Microsoft komt in de eerste helft van volgend jaar met de datacentrum-editie van zijn Windows 2000-besturingssysteem. Die zware uitvoering met de codenaam Janus moet de concurrentiestrijd met de diverse Unix-varianten een stuk opvoeren.
Windows 2000 Data Center Server moet geavanceerde clustering-mogelijkheden bieden, zoals het balanceren van rekenbelasting en het automatisch overhevelen van processen bij het neergaan van een serverknooppunt binnen het cluster. De verhouding voor die zogenoemde fail-over is acht op één, wat wil zeggen dat elke server in een cluster van acht de werklast van elke falende server kan overnemen. Voor het ‘gewone’ Windows 2000, dat naar verwachting in november uitkomt, is deze opvangverhouding nog één op één.
Uitbouwen
Overigens bieden diverse serverfabrikanten nu al dergelijke uitgebreide clusteringmogelijkheden voor het huidige Windows NT 4.0. IBM, dat onlangs serverspecialist Sequent opkocht, onthulde vorige maand zijn Cornhusker-software voor NT 4.0. Het bedrijf heeft al verklaard deze technologie verder uit te bouwen voor de datacentrum-variant van Windows 2000. Ook concurrent Compaq levert al servers die uit acht ‘nodes’ bestaan en uitgebreide ‘fail-over’-mogelijkheden bieden.
Verder rust Microsoft Janus uit met standaard-ondersteuning voor zestien processoren. Het is echter waarschijnlijk dat computerfabrikanten dit maximum opvoeren, mogelijk naar 64 of zelfs 128 Intel-chips. Daarnaast is het geheugenbereik uitgebreid van 4 gigabyte naar 64 gigabyte middels de 64-bit Physical Adress Extensions-technologie (Pae) van Intel. Naar verluidt zal Janus ook gebruik maken van Intels aanstaande dubbele-netwerkkaarten, die de datadoorvoersnelheid moeten verdubbelen. JB