Wekenlang zoemden de geruchten dat het Duitse Vobis de noodlijdende PC-fabrikant Tulip zou overnemen. Afgelopen dinsdag ging de kogel door de kerk: investeringsmaatschappij Begemann Groep en PC-groothandel Ingram Micro kopen het Nederlandse bedrijf. Begemann werd pas sinds enkele dagen genoemd als kanshebber. Voor die tijd was Vobis een serieuze kandidaat. Toch riep dat bij velen vraagtekens op.
De meeste mensen kennen het bedrijf immers als de Europese McDonalds voor PC’s, een wijdverspreide winkelketen die een product in de middenklasse verkoopt. Alleen gaat het in geval van Vobis niet om een vettige snelle hap, maar om snelle, vette computers. Er was een tijd dat het bekende Vobis-beeld werd bedreigd door die andere Duitse PC-slijter, Escom. Die herdoopte zichzelf later door de naam aan te nemen van het eens klassieke merk Commodore, dat het voor een prikje kocht na het lang voortslepende faillissement van de gevallen computerfabrikant. Uiteindelijk mocht dit toch niet baten; het ging die andere winkelketen niet voor de wind in de woelige en harde wereld der persoonlijke computers. Vobis aasde na het faillissement van het Escom-moederbedrijf zelfs op enkele winkelvestigingen op Nederlandse bodem.
Geen liefdadigheid
Vobis is niet geremd in zijn optimisme. Tulip is weliswaar van de baan, toch blijft het bedrijf streven naar uitbreiding en groei in Europees verband. De Duitse computerwinkelketen was vooral geïnteresseerd in de productiefaciliteit van de Nederlandse PC-fabrikant. De firma verstrekte eerder al een deel van het overbruggingskrediet waarmee Tulip weer drie weken voort kon. Dit was zeker geen liefdadigheid; het Duitse concern kampt met een fors productietekort. De huidige capaciteit ligt op 1,2 miljoen computers per jaar, terwijl Vobis verwacht in 1998 twee miljoen PC’s te verkopen. "We willen zo snel mogelijke beginnen met assembleren, liefst nu", zei Vobis-directeur Fred van Lemmen vorige week toen Vobis nog in de race was. "De fabriek moet blijven draaien. Als het stil valt, is het snel gebeurt."
Dit nieuws uit het kleine land haalde zelfs enkele Amerikaanse dagbladen. Die rapporteerden eveneens dat de interesse zich concentreert op de productiefaciliteit, ‘gesitueerd buiten Amsterdam’. Concrete bedragen werden openlijk vermeden. De prijs die Vobis wilde betalen voor de vorig jaar in gebruik genomen fabriek is onbekend. Het is alleen bekend dat Tulip meer dan 66 miljoen gulden heeft geïnvesteerd in deze fabriek.
Begemann heeft uiteindelijk aan het langste eind getrokken. Vobis grijpt dus mis. Wellicht dat de gesprekken wat stroever verliepen sinds de Duitse winkelketen uit de school had geklapt over de onderhandelingen. Vobis lapte hiermee een afspraak met Tulip over stilzwijgen aan zijn laars.
Pokon voor de tulp
Bewindvoerder E. Bogaerts, aangesteld door de Bossche rechtbank, beweerde al dat de waarschijnlijkste overnamekandidaat een Nederlandse onderneming is. "De Pokon voor deze tulp is volkomen Nederlands", aldus de jurist. Die uitspraak geldt voor Begemann, maar niet voor het Amerikaanse Ingram Micro. Die groothandelaar in computers ontfermt zich over de fabriek en ook de productie van Tulip-PC’s. Een argument tegen overname door Vobis was het feit dat deze eigenlijk alleen uit was op de fabriek in Den Bosch. Vobis gaf daarbij de verzekering dat het zeker vierhonderd arbeidsplaatsen zou behouden. Bovendien had het Duitse concern uitbreidingsplannen. Dit alles betrof echter de eigen PC-merken. Tulip zou verloren gaan. De Nederlandse fabrikant heeft in totaal ongeveer zevenhonderd werknemers. Wat Vobis met de overige banen en daarmee de afdelingen marketing en verkoop van plan was, werd niet duidelijk. Directeur Van Lemmen zei hier wel een oplossing voor te kunnen vinden.
Twee studenten
Nu is duidelijk dat Vobis hier niet meer het hoofd over hoeft te breken. Toch wil het bedrijf nog steeds groeien, grossieren en geld verdienen. Waarheen is dus duidelijk, maar hoe zit het met het waarvandaan?
De oorsprong van Vobis is in wezen karakteristiek voor bedrijven in de PC-industrie. Twee studenten beginnen een handeltje dat na verloop van tijd enigszins uit de hand loopt en uitgroeit tot een flink concern. Theo Lieven en Rainer Fraling studeren in de jaren zeventig aan de Technische Universiteit van Aken en beginnen in 1973 zakrekenmachines te verkopen aan hun studiegenoten. Een leuke bijverdienste, maar de twee ervaren al gauw de voordelen van lagere prijzen in combinatie met massaverkoop. Het eerste schakelt concurrenten uit en het tweede zorgt ervoor dat je toch leuk verdient. Na twee jaar campus-handel pakken Lieven en Fraling het groter aan: in 1975 ziet hun bedrijf Vero GmbH het licht. (GmbH is een bedrijfsvorm die in Nederland niet bestaat, waarbij de vennoten slechts beperkte aansprakelijkheid hebben.) De thuisbasis wordt in Aken gevestigd.
Voor u
Na enkele jaren succesvolle verkoop dopen de jonge ondernemers in 1981 hun firma om in Vobis – ‘Voor u’ in het Latijn. Kort daarna wordt het productassortiment sterk uitgebreid en betreedt Vobis nieuwe elektronica-markten. Daar houdt de onderneming zich staande met continue consumentenanalyses en scherpe prijsslagen. Tegen de Kerst van 1987 signaleren de twee zakenlieden dat er in Duitsland een tekort is aan PC’s. De groeiende vraag overstijgt het aanbod van de traditionele leveranciers. Vobis besluit computercomponenten direct in te kopen bij de fabrikanten en assembleert die in eigen beheer tot een nieuw merk PC. Dit massaproduct krijgt de naam Highscreen en vormt al snel het middelpunt van Vobis Microcomputer. In 1991 ziet de eerste Nederlandse winkel het licht en in 1993 gaat de miljoenste Highscreen-PC over de toonbank. Tegenwoordig heeft Vobis 46 detailhandelzaken in Nederland en een marktaandeel van ongeveer 10 procent met de merken Highscreen, Peacock en Maxdata. Verspreid over heel Europa telt de winkelketen meer dan 660 filialen in elf landen: Duitsland, Nederland, Oostenrijk, Zwitserland, België, Italië, Spanje, Luxemburg, Polen, Frankrijk en Groot-Brittannië.
Goedkoper zijn
Achter het succes van de oorspronkelijk Duitse winkelketen schuilt Theo Lieven. Hij zag in dat zijn organisatie flexibel moest zijn, simpelweg omdat de elektronica- en vooral de PC-markt aan veel verandering onderhevig is. De onderdelen worden in grote hoeveelheden tegen relatief lage prijzen ingekocht, zodat de machines goedkoop kunnen zijn. Assemblage geschiedt veelal in de diverse winkelvestigingen zelf, zodat voorraadbeheer op lokaal niveau speelt. De Tulip-fabriek in Den Bosch wilde Vobis gebruiken voor grote zakelijke bestellingen, zoals de PC-privé-projecten van het Ahold-concern, de Rabobank en Hoogovens. Op termijn volgt Vobis Nederland het moederbedrijf, dat computers produceert op bestelling middels de automatiseringssoftware van de Duitse softwareleverancier SAP. Dit moet de computers in voorraad verminderen en de verkoopprijzen verlagen zonder de winst te drukken. De vraag is dus hoe Vobis nu zijn expansie gaat realiseren.