Grote bedrijven in Nederland reageren lauw op de beslissing van de Europese Unie om het eu-internetdomein mogelijk te maken. Ze zullen het domein wel claimen, maar verwachten dat de meeste mensen hun bedrijf vooral via nationale domeinachtervoegsels blijven opzoeken. Het eu-domeinachtervoegsel moet volgens de Europese Commissie e-handel stimuleren en bedrijven in de hele EU zaken laten doen.
Een telefonische rondgang langs de vijf grootste bedrijven in Nederland wijst uit dat zij niet staan te trappelen van ongeduld. Michiel Goossens, woordvoerder van ING, polst voor het antwoord een aantal ict’ers. Dit concern, met alle activiteiten bij elkaar de grootste bank van Nederland, heeft in 63 landen kantoren, en evenzoveel domeinnamen voor sites. De bank- en verzekeraar zal http://www.ing.eu zeker registeren, concludeert hij. De bank wil overal te vinden zijn. Goossens verwacht echter dat de meeste klanten het bedrijf vooral via nationale domeinachtervoegsel als nl of be blijven zoeken. "We wachten de komst van .eu even af, voor we erin geloven."
Leon Tops, voorlichter van aardoliereus Shell, krijgt na enig aandringen een reactie los bij degene die over Shell internetdomeinen gaan. De firma vindt het wat te vroeg om te reageren. Ze is volgens Tops wel geïnteresseerd. "We weten echter nog niet of het wel toepasbaar is."
.com
De reactie van Unilever is vergelijkbaar. "De ict-medewerkers die ik erover sprak twijfelen", aldus woordvoerder Richard van der Eijk. Hij noemt het concern niet strikt Europees; het heeft vestigingen in bijna honderd landen en verkoopt de producten in ruim 150 landen. "We opereren daarom met .com als domeinachtervoegsel en in de landen zelf met nationale achtervoegsels. Schrijf maar op dat we afwachtend zijn."
Ben Geerlings, woordvoerder van de Sidn – de organisatie die het Nederlandse topleveldomein beheert – ziet .eu niet vóór volgend jaar zomer op internet verschijnen. Welke organisatie de uitgifte van Europese domeinnamen in goede banen moet leiden, is nog niet bekend. Belangrijke zaken als reglementen en een geschillencommissie zijn ook nog niet geregeld.
De belangrijkste hobbel is volgens Geerlings de officiële iso-lijst met landennamen, die de Icann (Internet Corporation for Assigned Names and Numbers) aanhoudt bij het bepalen van de internet-landendomeinen. Europa staat hier niet op, omdat het geen land is. "De EU zal er een zware kluif aan hebben om op deze lijst te komen." Reden is dat ook andere werelddelen of regio’s een eigen extensie willen als Europa die krijgt.
Geerlings verwacht niet dat .eu populair wordt. "Europa leeft niet onder bedrijven, net zoals de verkiezingen voor het Europese Parlement weinig stemmers trekken." Daarnaast constateert hij dat bedrijven ‘moe worden’ van het registreren van steeds meer domeinnamen. De vorig jaar geïntroduceerde extensies als .info en .bizz genieten nog enige populariteit, omdat ze aan de wensen van bedrijven voldoen. .Eu ontbeert deze achterban.
Zelfs het populaire .nl kampt op dit moment met een lichte terugval in registraties. Het aantal geregistreerde .nl-domeinen schommelt nu rond de zevenhonderdduizend. In 2000, toen er per maand zestigduizend namen bij kwamen, voorspelde Sidn in 2002 op één miljoen uit te komen. Geerlings ziet organisaties namen teruggeven, die alvast voor toekomstig gebruik gereserveerd waren. Dit najaar zal het aantal registraties waarschijnlijk een nieuwe opleving kennen, omdat dan particulieren en buitenlandse bedrijven ook aanspraak kunnen maken op Nederlandse domeinnamen.
Icann-woordvoerster Mary Hewitt, reageert kort maar krachtig op het nieuws dat de Raad van Ministers van de EU recent besloot het eu-domein echt aan te vragen. "Daar zijn we blij mee, maar we hebben nog steeds geen officieel bericht ontvangen." Per Haugaard, woordvoerder van Eurocommissaris Erkki Liikanen: "We moeten eerst beslissen welke organisatie het domein in beheer krijgt. Daar publiceren we binnenkort een tender voor."