Het kan vreemd lopen, aldus Gerard Lamé. We merken dat momenteel marktbreed bij vooral de ict-dienstverleners een explosieve groei plaatsvindt van het aantal vacatures, terwijl de momenten van massale uitstroom en reorganisaties nog maar kort achter ons liggen.
Uiteraard horen we bestuurders dan zeggen dat de uitstroom noodzakelijk was gezien de slechte economische situatie. Eerlijk gezegd, soms kan het ook niet anders. Het is echter een gegeven dat economische hoog- en laagconjunctuur elkaar afwisselen. Nu de economie zich weer voorzichtig in opwaartse lijn beweegt, is het wellicht een goed moment om lering te trekken uit de fluctuaties die we hebben zien plaatsvinden op de arbeidsmarkt voor ict-personeel. Organisaties met de juiste visie en een adequaat beleid kunnen de consequenties voor de arbeidsmarkt bij een volgende economische neergang aanzienlijk beperken, want opportunisme bij zowel werkgevers en werknemers als arbeidsbemiddelaars is de laatste jaren genadeloos afgestraft.
Kapitaalvernietiging
Bij het recente verleden zijn een aantal kanttekeningen te maken. Informatie- en communicatietechnologie zijn de laatste decennia een essentieel en onmisbaar bedrijfsmiddel geworden dat integraal onderdeel uitmaakt van bedrijfsprocessen. De mogelijkheden van deze technologie hebben het mogelijk gemaakt om niet alleen sneller, efficiënter en goedkoper te produceren, maar ook nieuwe manieren van zakendoen te introduceren en te implementeren.
Voor ict als bedrijfsmiddel betekent dit dat organisaties in een economische neergaande periode zolang mogelijk wachten met het bezuinigen hierop. Dit kan namelijk een rechtstreeks gevolg hebben voor zaken als concurrentievoordeel, ’time to market’ en efficiëntie, nog afgezien van het feit dat het stoppen van dikwijls omvangrijke en complexe projecten een aanzienlijke kapitaalvernietiging met zich meebrengt.
Als na de neergaande lijn een trendbreuk heeft plaatsgevonden, zullen investeringen in ict verhoudingsgewijs sneller een hogere prioriteit krijgen om een aantal van diezelfde redenen. Daarnaast kunnen we constateren dat ten opzichte van de technologische ontwikkelingen binnen de van oudsher wat traditionelere sectoren van de economie de ontwikkelingen op ict-gebied zich razendsnel voltrekken, op hardware, software én communicatiegebied.
Kwalitatief tekort
In de ict-sector is dus sprake van verschillende korte cycli, gezien de continue snelle veranderingen in de gebruikte technologieën en de verhoudingsgewijs kortere periode van recessie ten opzichte van het algemeen gangbare economische beeld. De ict-sector heeft als laatste last van het economische beeld en pakt als een van de eerste sectoren de opgaande lijn weer op. Dit viel zowel tijdens het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw als de afgelopen paar jaar duidelijk waar te nemen.
Een structureel kwantitatief tekort aan ict-professionals kenmerkt de arbeidsmarkt binnen de ict-sector in grote lijnen gedurende al ruim dertig jaar (offshoring is niet uitsluitend bedoeld om kostenvoordelen te behalen). Het kwalitatieve tekort maakt dit tot een nog veel groter probleem.
Kijkend naar de actualiteit van dit moment (voorjaar 2005) kunnen we constateren dat een fors deel van de huidige grote vraag naar ict-professionals zich manifesteert in disciplines waarvoor nauwelijks nog gekwalificeerde medewerkers beschikbaar zijn. De sites van de grote ict-ondernemingen tellen bij elkaar opgeteld al een paar duizend vacatures. De groep werknemers die de laatste jaren gedwongen werd uit te stromen beschikt in grote lijnen maar mondjesmaat over de benodigde kwalificaties voor deze vacatures. De snelheid van technologische ontwikkelingen heeft zich namelijk niets aangetrokken van de jongste recessie. Een flink deel van deze groep zal moeite hebben weer door de arbeidsmarkt te worden opgenomen, terwijl de wel gekwalificeerde kandidaten allang weer aan het werk zijn.
Investeer in scholing
Vergeleken met de gemiddelde werknemer in het bedrijfsleven geldt voor ict-medewerker in het bijzonder dat ‘permanente educatie’ cruciaal is, anders valt hij bij de eerste de beste economische tegenwind uit de boot. De technologische cyclus duurt gemiddeld twee tot drie jaar en dan ziet een groot deel van de ict-wereld er in technologisch opzicht anders uit. Als systeemontwikkelaar zonder een actuele specialisatie wordt het al lastig. Als systeembeheerder met uitsluitend Windows NT-ervaring kom je eigenlijk helemaal niet meer aan de bak, terwijl daarvan twee tot drie jaar geleden nog geen sprake was.
De historie leert ons dat slechtere economische omstandigheden technologische ontwikkelingen stimuleren. Die hebben daarmee de neiging juist in dit soort periodes een flinke stap voorwaarts te zetten. De grote groep ict-medewerkers zonder werk en opleidingsfaciliteiten komt hierdoor extra in de kou te staan en wordt bij terugkeer naar de arbeidsmarkt extra belemmerd. Vooral de laatste paar jaar heeft dit verschijnsel zich gemanifesteerd.
De ict-werkgever in het algemeen zou zich meer bewust moeten zijn van het belang van continue bijscholing met het oog op de toekomst. De investeringen die nodig zijn om werknemers wat betreft kennis en ervaring bij de tijd te houden vallen veelal in het niet bij de kosten van afvloeiingsregelingen en sociale plannen als het minder gaat. Daarbovenop komen nog de kosten van het aantrekken van gekwalificeerde medewerkers wanneer de markt weer aantrekt – als die er al zijn. Het is tegenstrijdig van werkgevers dat ze het ene moment niet langer passende en wellicht minder factuurabele medewerkers laten afvloeien en binnen twee jaar verwachten dat uitstekend opgeleide nieuwe medewerkers klaar staan om in te stromen, terwijl ze al jaren niet geïnvesteerd hebben in opleidingen in nieuwe technologieën.
Wie anders zou dat hebben moeten doen? De medewerker? De veelal peperdure opleidingen zijn voor hem nauwelijks betaalbaar. Organisaties die deze problematiek hebben begrepen en daar hun (continuïteits-) beleid op hebben afgestemd, zijn de afgelopen jaren zonder al te veel kleerscheuren doorgekomen. Organisaties die dit hebben nagelaten, moesten, als zij het al overleefden, hun wonden likken.
Kijk naar toekomst
Kwaliteitsorganisaties zijn vooral in economisch slechtere periodes goed herkenbaar. Zij hebben er als laatste last van en profiteren als eerste bij herstel. Ook binnen de ict-sector vallen de prestatieverschillen tussen organisaties op. Steeds meer ondernemingen houden er ’trendwatchers’ op na. Die moeten over de realiteit van vandaag heen kijken naar morgen en overmorgen om toegerust te zijn voor de toekomst.
Dit besef groeit bij werkgevers. We zien in toenemende mate loopbaanontwikkeling en opleidings- en trainingsfaciliteiten als reclamezuil voor de potentiële kandidaat in plaats van de materiële statussymbolen uit de jaren negentig. Roepen is één, maar daar echt inhoud aan geven is iets anders. Afgezien van het trainen van medewerkers voor een specifieke aansluitende opdracht zouden vooral de technologische ontwikkelingen op de middellange termijn een grotere rol moeten spelen in het opleidings- en loopbaanbeleid. Hoe beter daarop wordt geanticipeerd, des te kleiner en korter de gevolgen bij economische terugslag zijn.
Ook van de medewerker mag worden verwacht dat hij in economisch florissante tijden tijd en wellicht ook geld investeert in zijn toekomst. Hij moet zo aantrekkelijk mogelijk blijven voor zowel zijn werkgever als de arbeidsmarkt. Dit is een gedeelde verantwoordelijkheid van werkgever en werknemer om de gevolgen van economische teruggang tot een minimum te beperken. Bij de keuze van een werknemer voor een werkgever zouden dit soort onderwerpen zwaar moeten meewegen.
Opportunisme
Opportunisme zal er bij werkgevers en werknemers in bepaalde mate altijd wel blijven. In het belang van een evenwichtigere arbeidsmarkt valt het echter te hopen dat toenemend professionalisme in denken en beleid dit zal terugdringen.
Al te heftige bewegingen op de arbeidsmarkt werken eveneens opportunisme in de hand bij werving- en selectiebureaus en arbeidsbemiddelaars, soms verguisd, soms bejubeld. Hun aantal is door de ontwikkelingen van de laatste jaren stevig gedecimeerd. Ook in deze sector zien we kwaliteitsverschillen. Het verschil tussen de professional en de avonturier die snelle handel ruikt is groot. Vooral van de laatste categorie zijn er veel verdwenen. Nu de economie aantrekt ligt dit gevaar echter opnieuw op de loer.
De rol van arbeidsbemiddelaars zou veel meer het karakter moeten hebben van loopbaanadviseur en de organisatieambassadeur in plaats van het afschuimen van vacaturebanken en het eenvoudig matchen van vacatures met cv’s. Waar blijft bij simpel matchen de toegevoegde waarde? Het volgen van kandidaten gedurende hun loopbaan en hen terzijde staan met objectief advies over welke werkgevers en activiteiten passen bij de loopbaanontwikkeling van dat moment is een intensief, tijdrovend en regelmatig terugkerend proces.
Continuïteit
Werkgevers moeten erop kunnen rekenen dat ze kandidaten voorgesteld krijgen die echt waarde toevoegen aan de organisatie. Daarvoor is veel kennis nodig van visie, werkwijze, gedrag en cultuur van organisaties. De goede en ethisch verantwoord opererende bureaus hebben over het algemeen voor werkgevers een zorgvuldig geselecteerd en gescreend kandidatenbestand van mensen die ze echt kennen, en voor kandidaten een ruime keuze uit goede opdrachtgevers waarvan ze de specifieke doelstellingen kennen. Een succesvolle match maken is vaak moeilijker dan het lijkt.
In het hele arbeidsmarktproces zoekt en verdient kwaliteit nu eenmaal kwaliteit. Kwaliteit biedt uiteindelijk continuïteit en dat is juist wat iedereen zoekt. Dit is uitsluitend te realiseren als werkgever, werknemer en arbeidsbemiddelaar hun verantwoordelijkheden kennen en nemen. De afrekening volgt met de volgende economisch recessie.
Visie en inzicht worden veelal ontwikkeld tijdens economisch winterweer. Te hopen valt dat visie en inzicht vanaf heden nog sterker zullen worden ingezet om de ergste kou uit de lucht te houden.
Gerard F. Lam�, Arbeidsmarktdeskundige, directeur van ProMatch BV Werving, Selectie/Executive Search