EU-mededingingscommissaris Mario Monti noemt berichten over beboeting van Microsoft voorbarig en speculatief. Hij reageert hiermee op verslaggeving naar aanleiding van een uitgelekt EC-document. Daaruit blijkt dat Europa de softwareproducent niet coulant zal behandelen. De EC onderzoekt vermeend antitrustgedrag van Microsoft.
Het bedrijf wordt nu ook beschuldigd van misleiding en obstructie van de EU-onderzoekers. Microsoft zou de onderzoekscommissie vierendertig brieven, ogenschijnlijk van klanten, hebben overhandigd die zijn zakenpraktijken steunen en verdedigen. De brieven zouden door Microsoft of zijn losgepeuterd zonder vermelding van het doel of zelf geschreven zijn.
Miljarden
De EC heeft felle kritiek op deze actie. Blijkens het uitgelekte document zal een eventuele boete nu hoger uitvallen. Europa is gemachtigd ondernemingen die schuldig zijn aan antitrustpraktijken een boete op te leggen van maximaal 10 procent van de jaarlijkse omzet óf 2,5 miljard dollar. Voor Microsoft geldt dat laatstgenoemde bedrag.
Eurocommissaris Monti benadrukt dat het te vroeg is om te concluderen dat de EU aanstuurt op beboeting. "Microsoft heeft nog niet eens gereageerd op de voorlopige bevindingen van de commissie." De Amerikaanse softwareproducent kan tijdens een hoorzitting nog reageren op de bevindingen.
"De pers lijkt te genieten van het berekenen van hypothetische boetes, maar dat helpt niemand", zegt Monti. Hij erkent wel dat een boete een mogelijke uitkomst is.
Formele bezwaren
Het uitgelekte document is een ‘verklaring van bezwaren’ die de EC eind augustus heeft verstuurd aan Microsoft. Hierin zet de commissie de bezwaren op een rij, waarna de verdachte dient te reageren. Het versturen van dit document markeert een tussenfase, aldus Monti. Vervolgens kan de verdachte onderneming reageren.
Volgens berichtgeving afgelopen week in onder meer de Wall Street Journal wil de EC-antitrusttak een zware boete opleggen. Daarnaast zou Europa aanvullende strafmaatregelen nastreven, zoals het verplicht verwijderen van bepaalde functionaliteit en applicaties uit besturingssysteem Windows.
Het Europese onderzoek richt zich namelijk op twee sporen: de koppeling tussen de desktop- en serveruitvoeringen van Microsofts besturingssysteem, en de integratie van consumentenapplicaties in deze software.
Servermarkt
Het gecombineerd gebruik van de desktop- en serveruitvoeringen van Windows ontsluit extra functionaliteit, zoals beheermogelijkheden. Dit zou neerkomen op illegale praktijken om de markt voor lichte en middelzware servers te domineren. Microsoft gebruikt Windows’ dominante positie op de desktopmarkt om een voet tussen de deur te krijgen op de snelgroeiende lucratieve servermarkt.
Daarnaast zou de softwareproducent details over Windows’ api’s (application program interfaces) onthouden aan leveranciers van concurrerende serverbesturingssystemen. Dit is de klacht waarmee serverproducent Sun Microsystems in 1999 naar de EC is gestapt.
Verder laakt de EC het meeleveren van de ingebakken Mediaspeler bij Windows. Hiermee heeft Microsoft een distributiekanaal voor internetmultimedia dat niet beschikbaar is voor concurrenten, aldus het uitgelekte document.
Ook hier is een link naar de servermarkt aangezien multimedia wordt ‘uitgezonden’ door serversoftware. Microsofts programmatuur hiervoor draait alleen op de eigen serverbesturingssystemen.
Het softwarebedrijf ontkent alle beschuldigingen en benadrukt dat zijn software prima samenwerkt met die van concurrenten. Daarnaast zegt het mee te werken aan het EC-onderzoek. Volgende maand dient het zijn reactie in op het de ‘verklaring van bezwaren’.