DEN HAAG – Minister Wijers (Economische Zaken) heeft zich tot doel gesteld in 1997 de technologische samenwerking extra te bevorderen. Per 1 januari treedt hiervoor een nieuwe subsidieregeling in werking. Bedrijven die samen met kennisinstellingen of andere ondernemingen projecten starten, kunnen voor subsidie in aanmerking komen.
De regering stelt volgend jaar maximaal 70 miljoen gulden voor de nieuwe subsidievorm beschikbaar. De regeling Bedrijfsgerichte Technologische Samenwerkingsprojecten komt in de plaats van de bestaande IT-regeling, de regeling voor toelevering en uitbesteding (T&U), de programmatische bedrijfsgerichte technologische stimuleringsregeling (Pbts) en de Btoc (onderzoek door collectiviteiten).
Algemeen karakter
Het nieuwe steuninstrument zal een algemeen karakter krijgen en zich niet, zoals bijvoorbeeld de Pbts, richten op bepaalde technologiegebieden. Het geld wordt verdeeld via een tenderprocedure. Een commissie van externe deskundigen gaat de binnengekomen voorstellen beoordelen en rangschikken. Er zullen meerdere tenders per jaar plaatsvinden.
De regeling vormt in zekere zin een voortzetting en verbreding van het ‘clusterbeleid ter bevordering van de strategische samenwerking tussen bedrijven en de Nederlandse kennisinstellingen’.
De minister van Economische Zaken wil volgend jaar ruime aandacht besteden aan het reeds jarenlang gesignaleerde probleem dat het publieke onderzoek slecht aansluit op de behoeften van het bedrijfsleven. Economische Zaken betaalt mee aan instellingen zoals TNO en ECN.
Vanaf volgend jaar wordt bij de verschillende researchprogramma’s die zo worden gefinancierd, een toenemende betrokkenheid van het bedrijfsleven gevraagd. Op deze wijze wil Wijers bewerkstelligen dat het verrichte onderzoek ook daadwerkelijk vruchten afwerpt voor de Nederlandse industrie.
Stimuleren R&D
Wijers probeert ook de investeringen in R&D te stimuleren. Verbeteringen in de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (Wbso) moeten daarvoor zorg dragen. Nadat begin dit jaar de Wbso ten behoeve van het midden- en kleinbedrijf al structureel is opgehoogd met 100 miljoen gulden, zal de wet per 1 januari 1997 ook inhoudelijk een groter bereik krijgen. Vanaf dat moment zal software-gerelateerd onderzoek beter onder de Wbso vallen. Werkelijk innovatieve software kan straks even gemakkelijk in aanmerking komen als fysieke produkten en produktieprocessen. De nieuwe positie van software zal volgend jaar leiden tot een extra beroep op de regeling.
Daarnaast wordt een verdere stijging voorzien van het aantal aanvragen. Tenslotte moet het plafond, namelijk de maximale tegemoetkoming per bedrijf per jaar, binnen de Wbso worden opgehoogd van 10 miljoen gulden naar 15 miljoen gulden. Dit laatste betekent voor de bedrijven met de hoogste R&D-uitgaven een extra ondersteuning van hun R&D-inspanningen in Nederland.
Verder komt er een vrije afschrijvingsmogelijkheid voor (uitbreidings)investeringen in gebouwen door R&D-labs. Deze faciliteit draagt bij aan de verankering van R&D-activiteiten in Nederland. In 1997 is met deze beide maatregelen 50 miljoen gulden gemoeid. In de jaren daarna blijft hiervoor 75 miljoen gulden beschikbaar. Corr.