Ondanks de strikte regels die Apple stelt aan applicaties in de AppStore, zijn er veertig programma's beschikbaar die draaien op Mono, een platform dat is gebaseerd op een ontwikkeltaal die van .Net is afgeleid. Dat stelt Mono-ontwikkelaar Miguel de Icaza. Het is opmerkelijk omdat Apple eist dat programma's voor de iPhone geen aparte run-time omgeving nodig hebben, terwijl dat voor .Net-applicaties juist wel noodzakelijk is.
Het Mono-project, waarachter de makers van de opensource-implementatie van de .Net specificaties schuilgaan, maakte de taal onlangs geschikt voor de iPhone. Het team bouwde een speciale "ahead-of-time" compiler in het framework, die de broncode gelijk naar een native binary omzet, in plaats van de gebruikelijke bytecode. Daardoor hoeft geen aparte run-time omgeving te worden geïnstalleerd om een Mono-applicatie te gebruiken.
Spelletjes
De meeste applicaties die Icaza telt, zijn spelletjes. Volgens technical sales specialist Gábor Nyers van Novell is het voor ontwikkelaars belangrijk dat zij hun applicatie in de AppStore kunnen aanbieden. "Eigenlijk is het de enige bron voor iPhone-gebruikers om applicaties vandaan te kunnen halen."
Apple heeft een streng toegangsbeleid voor applicaties die in de AppStore worden aangeboden. Ontwikkelaars mogen geen programmeertalen gebruiken die aparte run-time omgeving nodig hebben. Talen als .Net en Java kunnen daardoor niet op de iPhone worden gebruikt.
Het Mono-project maakt .Net geschikt voor andere omgevingen dan die van Microsoft. Linux-distributeur Novell steunt het project.
Reacties
Sheesh... NIET verboden dus. Want de applicaties hebben geen runtime, maar worden naar native code gecompileerd.