Ronald Hanson, hoogleraar quantum computing en quantum-internet aan de TU Delft, heeft de Physicaprijs 2022 in de wacht gesleept. Volgens de Nederlandse Natuurkundige Vereniging heeft de groepsleider bij QuTech om meerdere redenen recht op deze prestigieuze prijs.
Hanson (1976) heeft op zijn gebied uitmuntend wetenschappelijk onderzoek gedaan, aldus de vereniging. Zo slaagde zijn team er in 2015 in twee elektronen op een onderlinge afstand van meer dan een kilometer met elkaar te ‘verstrengelen’. En drie jaar later wist zijn team een langdurige verstrengeling tussen twee quantumchips te bewerkstelligen.
Verstrengeling over grotere afstanden is natuurkundig een uitdaging vanwege signaalverlies. Chinese onderzoekers bereikten weliswaar langere afstanden, maar zij gebruikten glasvezelkabels en bleven binnenshuis.
Daarnaast speelt Hanson een sleutelrol in de Nederlandse quantumfysica-gemeenschap. Hij droeg bij aan de Nationale Agenda Quantumtechnologie en was onmisbaar bij het verkrijgen van financiële middelen uit het Nationale Groeifonds om dit programma daadwerkelijk te realiseren. Behalve als wetenschapper heeft hij ook als organisator en communicator zijn sporen verdiend.
Hanson won tal van wetenschappelijke prijzen zoals de Spinozapremie, de John Stewart Bell Prize, Noorderheide Prize en Nicholas Kurti European Science Prize. Zijn onderzoekscentra richten zich op het verkennen en beheersen van quantumverstrengelde toestanden. Doel is deze te exploiteren in toekomstige quantumtechnologieën zoals quantum computing en quantum-internet. Hanson is voorzitter van de raad van bestuur van Quantum Delta NL.
Rozen
Overigens gaat het pad van quantum-onderzoekers niet altijd over rozen. In 2018 dacht hoogleraar Leo Kouwenhoven met een groep fysici het bestaan te hebben aangetoond van een majoranadeeltje, een bouwsteen voor toekomstige generaties van quantumcomputers. Maar begin dit jaar moest de professor die ook het Delftse Microsoft Quantum Lab leidt, erkennen dat de metingen waarin hij het bewijs zag, bepaald niet solide waren.
