De druk om tot een schikking te komen in de zaak waarin Microsoft wordt beschuldigd van monopolistische praktijken groeit met de dag.
Nadat rechter Thomas Penfield Jackson op 5 november oordeelde dat Big Green de belangen van concurrenten en consumenten heeft geschaad, zijn de advocaten van Microsoft en ambtenaren van het ministerie van justitie in Amerika druk doende tot een vergelijk te komen.
Microsoft wil af van de rechtszaak, omdat deze de onderneming afleidt van zijn werkelijke taken: het maken van software. En het ministerie van justitie wil niet voor eeuwig zijn ambtenaren inzetten op de Microsoft-zaak. Het vreest, terecht, dat Gates na een eventuele veroordeling in beroep zal gaan. Dit betekent dat de kwestie nog eens drie jaar aanloopt.
Er zijn drie scenario’s ontwikkeld. De eerste is dat Microsoft, naar het voorbeeld van AT&T in 1984, wordt opgesplitst langs operationele lijnen. De ironie hiervan is, dat de som der delen van de opgesplitste AT&T’s meer waard bleek dat het originele bedrijf. Deze oplossing zou het vermogen van Gates en andere aandeelhouders nog verder opstuwen.
Een minder drastische maatregel is Microsoft te dwingen zijn broncode vrij te geven, opdat ook andere bedrijven met een Windows-systeem op de markt kunnen komen. Een probleem hierbij is dat volgens veel ontwikkelaars de documentatie van Microsofts API’s vaak misleidend is of vol fouten zit.
Ten slotte kan Justitie eisen dat Microsoft in zijn huidige omvang en werkwijze bepaalde richtlijnen gaat toepassen in zijn omgang met klanten en concurrenten. Het probleem van deze oplossingen is dat je een legertje ambtenaren nodig hebt om naleving van de afspraken te controleren.