Het Nederlands informatica-onderwijs loopt achter, aldus Jan Timmers van het Consortium Omscholing Docenten Informatica (Codi). De problematiek is volgens betrokken groot: er zijn te weinig docenten, bedrijven roven leerlingen weg, onbevoegden staan voor de klas en de regering wil het vak informatiekunde opheffen.
Informatiekunde, gegeven in de eerste twee jaar van het voortgezet onderwijs, voldoet niet aan de eisen van de onderwijsinspectie. Docenten hebben er geen speciale onderwijsbevoegdheid voor nodig. Daardoor geven vaak onbevoegde leraren les. De inspectie stelt voor om het vak te schrappen, en het ministerie van Onderwijs voelt daarvoor.
Jos Tolboom, bestuurder van de vereniging voor informatiekunde en informatietechnologie in het onderwijs (I&I) en docent, onderschrijft de kritiek. Leerlingen die van de basisschool afkomen weten vaak al meer dan ze bij informatiekunde leren.
De inspectie wil nu IT-vaardigheden integreren in andere vakken. Het probleem van opsplitsing is volgens Tolboom dat informatica dan onder docenten valt met nog minder IT-kennis. Bert Zweers, rector en bestuurder van de vereniging voor schoolleiders, is niet bezorgd over de opsplitsing. Hij plaatst wel vraagtekens bij het oordeel van de inspectie. "Het vak is niet in zijn volle omvang te beoordelen. Veel scholen zijn nog niet klaar met de voorbereidingen."
Ook aan het keuzevak informatica, vanaf het vierde schooljaar, ontbreekt veel. De scholing van de docenten speelt hierbij een rol. Terwijl andere vwo-leraren universitair geschoold zijn, volstaat voor docenten informatica een tweejarige cursus. De deelnemers volgen deze opleiding naast hun werk. Volgens schooldirecteur Sylvia Visser hebben scholen verder te weinig middelen om computers te kopen en af te schrijven.
De regering heeft niet alleen schuld. Ook het onderwijsveld is verantwoordelijk. Tolboom: "De gemiddelde leeftijd van docenten ligt binnenkort twaalf jaar hoger dan die van automatiseerders in het bedrijfsleven. Een logisch gevolg hiervan is dat het IT-bewustzijn in het onderwijs minder is."
De betrokkenen zijn somber over een oplossing. "Ik twijfel ernstig aan het bewustzijn van de verantwoordelijken voor de problemen. Er is geen aanleiding voor optimisme", zegt Timmers.