Microsoft incasseert een tegenslag in een rechtszaak in Californië. Deze zaak borduurt voort op de federale antitrustzaak van de Amerikaanse overheid. De Californische rechter heeft het federale vonnis goedgekeurd.
Rechter Paul Alvarado stelt dat de feitenvinding van de federale rechter Thomas Penfield Jackson gebruikt mag worden door gerechtshoven in Californië. Daar loopt nu een klasse-rechtszaak (class action) waarbij Californische consumenten worden vertegenwoordigd. Microsoft zou door zijn monopoliepositie teveel rekenen voor zijn producten.
Jackson stelde in zijn feitenvinding dat Microsoft een monopolist is – wat onder de Amerikaanse wetgeving niet illegaal is – en in zijn wetsvinding dat het daarvan misbruik heeft gemaakt. Dat laatste houdt wel een schending van antitrustwetten in.
De klasse-zaak in Californië is slechts één van de vele aanklachten voortgekomen op Jacksons bevindingen. Ondanks het feit dat het hogere gerechtshof de door Jackson opgelegde straf – opdeling van het bedrijf in een applicatie- en een besturingssysteemdeel – staan zijn vindingen nog overeind. Dit biedt steun aan de klasse-zaken die draaien om prijsopdrijving.
Californië is wel één van de strengste staten wat betreft bescherming van consumentenbelangen. In potentie gaat het in deze zaak om schadevergoedingen die in totaal acht miljard dollar kunnen bedragen. Dit bedrag is gebaseerd op de eisen van de aanklagers.