Het Amerikaanse ministerie van Justitie laat de negen niet-schikkende staten op zichzelf staan wat betreft de antitrustzaak tegen Microsoft. De negen staten eisen een strengere straf.
Justitie verklaart nu dat de staten zelf moeten toestaan op de handhaving van aanvullende straffen, die buiten de oorspronkelijke schikking van Microsoft en Justitie vallen. Deze strafuitbreiding is door rechter Colleen Kollar-Kotelly geëist als toevoeging aan de schikking.
Hiermee kwam zij tegemoet aan de eisen van de negen niet-schikkende staten die Microsoft aan meer beperkingen willen binden. Kollar-Kotelly heeft die eisen echter grotendeels afgewezen.
De antitrustdivisie van het ministerie acht zich niet verantwoordelijk voor het overzien van deze aanvullende restricties voor Microsoft, die vandaag zijn ingediend. Dit zei antitrust-hoofd Charles James vanmorgen in zijn afscheidstoespraak; hij stapt later deze maand op en neemt een baan in de privésector.
Het antitrust-hoofd verdedigt het laten vallen van de staten met de argumentatie dat Microsofts concurrenten en industrie-experts de zaak tot een politiek spektakel hebben opgeklopt om zwaardere restricties voor de Windows-leverancier te verkrijgen. "En dus vertrouwen zij niet op de reeds lang bewezen antitrustwetgeving en de feiten van de rechtszaak."
James stelt dat zijn beslissing om tot een schikking te komen, is versterkt door de uitspraak van de rechter. De schikking is in november vorig jaar bereikt. Kollar-Kotelly heeft vorige week vrijdag haar oordeel geveld, waarbij ze de schikking accepteerde indien er nog enkele wijzigingen in worden opgenomen.