De Europese Unie heeft 14,96 miljard ecu (33 miljard gulden) beschikbaar gesteld voor het Vijfde Europese Kaderprogramma voor Onderzoek en Technologische Ontwikkeling. Dat is circa 18 procent meer dan de 12,7 miljard ecu (28 miljard gulden) aan budget van het dit jaar aflopende Vierde Kaderprogramma.
Waar het vierde programma nog negentien programma’s kende, is dat in het vervolg tot vier grote onderzoeksgebieden ingekrompen: informatie- en communicatietechnologie, biotechnologie, productie & transport en energie & milieu. Na twee jaar volgt een evaluatie om vast te stellen of de onderzoeksgebieden aangepast moeten worden. Doel ervan is het vergroten van de concurrentiepositie van de Europese industrie en het aanmoedigen van Europese samenwerking.
Nederland kan aanspraak maken op 8,3 procent (zo’n 2,7 miljard gulden) van het budget. "Daarvoor moeten wel grensoverschrijdende onderzoeksprojecten worden ingediend, het liefst met meerdere buitenlandse partners", zegt VVD-Europarlementariër Elly Plooij-van Gorsel. "Gehonoreerde projecten worden voor 50 procent gesubsidieerd".
Op initiatief van Plooij-van Gorsel is tien procent van het onderzoeksgeld gereserveerd voor projecten waaraan het midden- en kleinbedrijf deelneemt. Zij hoopt dat er veel projectvoorstellen worden ingediend waarin grote bedrijven met kleinere bedrijven samenwerken. "Zo kunnen de kleinere bedrijven beter profiteren van innovatieve ontwikkelingen. Dat is goed voor de werkgelegenheid."
Aan het Vierde Kaderprogramma namen 1100 Nederlandse bedrijven mee. waarvan achthonderd midden- en kleinbedrijven. Zij scoorden vooral goed met projecten op het gebeid van bio- en materiaaltechnologie, zegt Plooij. Zij hoopt dat de er de komende vier jaar meer ICT-projecten worden ingediend.