De Stichting Geschillenoplossing Automatisering heeft gesteld dat millenniumreparaties uiterlijk 31 december 1998 uitgevoerd moeten zijn. Dit kan verstrekkende gevolgen hebben voor aansprakelijkheidskwesties rond het jaar 2000-probleem.
Dit komt naar voren in het op 1 december te verschijnen overzichtsboek50 Vragen over het millenniumprobleem, van de juristen Anja Dekhuijzen en Elisabeth Thole, werkzaam bij het advocatenkantoor Trenité van Doorne.
De Stichting had dit al gesteld in april 1998 in een geschil tussen een leverancier van software voor groothandels en een Maastrichtse klant over het tijdig aanpassen van de software. Het softwarehuis had in een brief toegezegd de software tijdig millenniumbestendig te maken, maar noemde geen concrete datum. De klant bracht vervolgens de brief in bij de arbitragecommissie.
De auteurs verbazen zich over het feit dat aan deze conclusie vrijwel geen ruchtbaarheid is gegeven. Hoewel het de eerste uitspraak betreft over de uiterste datum van aanpassing, moeten leveranciers rekening houden met het feit dat rechters deze kunnen navolgen, stelt Dekhuijzen. "Zeker gezien het feit dat het oordeel aansluiting vindt bij de algemeen gedeelde opvatting dat 31 december 1998 als een verantwoorde sluitingsdatum geldt voor millenniumherstel. De gedachte hierachter is dat gebruikers het jaar 1999 nodig hebben om te testen en noodscenario’s op te stellen."
Praktisch gezien kan de uitspraak betekenen dat gebruikers een stok achter de deur hebben. "Als leveranciers te laat begonnen zijn met het aanpassen van de software en 31 december niet halen, moeten zij – als deze uitspraak algemeen wordt gevolgd – er rekening mee houden dat schade op hun verhaalbaar kan zijn.