De reacties op de Amerikaanse hoorzitting over Icann (Internet Corporation for Assigned Names and Numbers) zijn vrij eenstemmig.
Icann, en zijn aanvankelijke medestander en handlanger, NSI (Network Solutions), veroorzaken een hoop last met hun aanpak van de registratie van Internet-domeinnamen, met name voor het Amerikaanse deel; de namen eindigend op .com, .org en .net.
Niet Icann zelf kreeg de volle laag, maar NSI, omdat deze het feitelijke monopolie nog in handen heeft. NSI heeft zich tegen Icann gekeerd, omdat die organisatie heeft toegestaan dat NSI zijn monopolie is kwijtraakt. NSI stelt nu dat de non-profit organisatie Icann geen recht heeft op een vergoeding van één dollar per adres. Intussen zijn er minstens zestig concurrenten voor registratiediensten aangemeld, waaronder AT&T en AOL. Het optreden van de ceo (chief executive officer) Jim Rutt van NSI tijdens de ondervraging door congresleden werd omschreven als amateuristisch, ontwijkend en klagerig.
In Amerikaanse juristenkringen overheerst het standpunt dat Icann zich zonder overheidsinmenging verder moet kunnen ontwikkelen, waarbij inbegrepen de mogelijkheid om zich wereldwijd op te werpen als autoriteit wat betreft de uitgifte van domeinnamen. Daar komt nog het praktische punt bij dat de organisaties die nu deelnemen in Icann niet staan te popelen om, bij een eventueel afschaffen van deze organisatie, uit het niets iets soortgelijks te moeten oprichten.
Intussen zijn gesprekken gestart tussen Icann en NSI over het gladstrijken van de gerezen problemen. Tijdelijk Icann-voorzitter Esther Dyson liet bij voorbaat weten niet van plan te zijn NSI meer macht te geven. Overigens is NSI buitengewoon welvarend door de verkoop van registraties, terwijl de Icann voor bijna een miljoen dollar schulden heeft.