Europese plannen om een verplichte ‘achteringang’ bij encryptiesoftware voor te schrijven, zijn ingegeven door de Verenigde Staten om industriële spionage mogelijk te maken. Dit stelt een rapport van het Europese Parlement dat vrijdag uitkwam.
Het verslag van het Scientific and Technological Options Assessment-panel (Stoa) stelt dat de VS lidstaten van de Europese Unie (EU) probeert over te halen encryptie te controleren door het instellen van ‘sleutel-herstelprocedures’. Hierdoor is het mogelijk via een ‘achteringang’ gecodeerde gegevens toch in te zien. Het achterliggende argument is dat dit nodig is voor overheden om criminaliteit te bestrijden.
De echte reden zou echter industriële spionage tussen landen en bedrijven zijn. Volgens het Stoa-rapport gebruikt de Ukusa-alliantie – die bestaat uit Groot-Brittannië, de Verenigde Staten, Canada, Australië en Nieuw-Zeeland – het wereldwijde Echelon-spionagenetwerk (zie:Sleutel tot privacy) om vertrouwelijke bedrijfsinformatie te onderscheppen en door te spelen aan bepaalde concurrenten. De Franse ondernemingen Thomson SA en Airbus Industrie zouden hierdoor al contracten hebben verloren.
"De Amerikaanse overheid heeft landen in de EU en de Oeso (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) misleid over de werkelijke bedoelingen van haar beleid", aldus het verslag. "Tussen 1993 en 1997 waren vertegenwoordigers van de politie niet betrokken bij het beleidvormingsproces over ‘encryptiesleutel-herstel’ dat werd geleid door de NSA (National Security Association)."
"Desondanks beweerde de Amerikaanse regering tijdens die periode herhaaldelijk dat dit beleid is ingegeven door de behoeften van de instanties die de wet handhaven", meldt de Stoa. Ondertussen maken Amerikaanse politiekorpsen zich zorgen dat het eventuele loslaten van encryptiebeperkingen criminelen de vrije hand zal geven.