Microsoft is het doelwit van twee nieuwe antitrust-rechtszaken. Deze ‘één-voor-allen’-zaken zijn aangespannen door een softwareleverancier en een particulier die het willen opnemen voor alle gedupeerden. Juristen menen dat dit een vloedgolf van soortgelijke aanklachten kan veroorzaken.
Het Texaanse bedrijf Gravity, dat specialiseert in beheersoftware voor juridische documenten en bewijsmateriaal, beweert dat Microsoft de prijzen voor zijn software kunstmatig en onrechtmatig hoog houdt. Dit zou het kunnen doen door zijn dominante marktpositie. Een particulier uit het Californische San Jose is met dezelfde klacht naar de rechter gestapt.
Gravity gaat verder en klaagt ook computerfabrikanten Compaq, Dell en Packard Bell NEC aan. Deze drie zouden Microsoft helpen in het hooghouden van prijzen voor zowel besturingssystemen als software voor tekstverwerking en spreadsheets. Microsofts Windows is voorgeïnstalleerd op ongeveer 90 procent van alle nieuwe PC’s, terwijl de Word- en Excel-applicaties van hetzelfde bedrijf meer dan 80 procent van de wereldwijde markt uitmaken.
Daarnaast klaagt de Texaanse firma dat Microsoft zijn bedrijfsvoering heeft geschaad doordat het weigerde api’s (application program interfaces) te onthullen. Die kennis had Gravity nodig om programma’s te ontwikkelen die draaien op Windows. Een Microsoft-woordvoerster reageert gelaten: "Er is niets nieuw aan deze rechtszaak. Dit hebben we allemaal al eerder meegemaakt." Zij stelt dat Microsoft de prijzen voor zijn producten juist laag houdt, ondermeer door concurrentie.