De commissie ‘Grondrechten in het digitale tijdperk’ gaat, naast de wenselijkheid van aanpassing van bestaande grondrechten, bekijken of de toegankelijkheid van informatie in de Grondwet moet worden opgenomen.
De adviescommissie, voorgezeten door prof. mr H. Franken, hoogleraar informaticarecht in Leiden en Groningen, is vorige week geïnstalleerd en moet in mei 2000 met concrete voorstellen voor Grondwetsherziening komen.
In eerste instantie onderzoekt zij of de in de Grondwet vastgelegde vrijheid van meningsuiting (artikel 7) en het brief-, telefoon- en telegraafgeheim (artikel 13) een aangepaste en zoveel mogelijk techniek-onafhankelijke formulering behoeven. Verder buigt de commissie zich over de bescherming van de privacy (artikel 10) en onderzoekt ze of de invoering van nieuwe grondrechten wenselijk is.
De regering denkt daarbij aan de toegankelijkheid van elektronische overheidsinformatie. Volgens minister Peper van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties mag echter ook naar de particuliere sector worden gekeken. Bij de installatie van de commissie-Franken merkte hij op dat de burger soms "meer behoefte heeft aan informatie van zijn verzekeringsmaatschappij dan van zijn gemeente".
De commissie Franken moet bij haar werk rekening houden met lopende ontwikkelingen binnen en buiten Nederland, en met bestaande of voorgenomen wetgeving. Er liggen bijvoorbeeld wetsvoorstellen betreffende inlichtingen- en veiligheidsdiensten, en bijzondere opsporingsbevoegdheden.