Atos ziet omzet in Benelux licht dalen

De beursgenoteerde ict-dienstverlener Atos heeft in de eerste helft van 2013 de omzet in de Benelux, Denemarken, Zweden en Finland met 3,1 procent zien dalen tot 548 miljoen euro. In dezelfde periode een jaar eerder lag de omzet nog op 566 miljoen euro. Het bedrijfsresultaat verbeterde aanzienlijk, van 37,6 naar 49,5 miljoen euro.

De winstgevendheid van de activiteiten van Atos in de Benelux, Denemarken, Zweden en Finland – Atos spreekt zelf van Benelux & The Nordics, zie kader – steeg van 6,6 procent naar 9,0 procent. Deze landen zijn goed voor 13 procent van de omzet van het concern en komen daarmee op de derde plaats na Duitsland en het Verenigd Koninkrijk met beide een aandeel van 19 procent. Een verklaring voor het teruglopen van de omzet in de Benelux, Denemarken, Zweden en Finland wordt in de summiere toelichting door Atos op de halfjaarcijfers niet gegeven.

Buiten de Benelux daalde de omzet ook in Spanje en Portugal (-9,7 procent), Frankrijk (-9,5 procent), Duitsland (-4,9 procent). Grote stappen vooruit werden gezet in Noord-Amerika (14,6 procent, en in het Verenigd Koninkrijk en Ierland (6 procent).

Investeringen

Het hele bedrijf zag de omzet in de eerste helft van 2013 met 0,6 procent dalen tot 4,29 miljard euro, tegen een omzet van 4,32 miljard een jaar eerder. ‘Wij zijn blijven investeren in sleuteltechnologieën als mobiele oplossingen, cloud, zakelijke sociale netwerken en natuurlijk betalingen. Ons doel is nieuwe klanten te bereiken en nieuwe markten te veroveren’, zegt Atos-ceo Thierry Breton. Hij zag in de cijfers geen aanleiding om de verwachting voor heel 2013 bij te stellen.

De omvangrijke besparingen op kosten, waaronder indirecte kosten en productiekosten door het inrichten van zogeheten global factories, hebben vruchten afgeworpen, meldt Breton. ‘Onze prestaties verbeterden als gevolg van doorlopende transformatieprogramma’s, waardoor onze winstmarge met 0,95 procentpunt verbeterde. De grootste stappen hierin werden gezet in de Benelux, Denemarken, Zweden en Finland en in het Verenigd Koninkrijk.’

Het aantal personeelsleden kwam eind juni uit op 77.105. In het eerste halfjaar werden 5736 nieuwe werknemers geworven, van wie 61 procent in opkomende markten. De medewerkers daar maken nu 27 procent van het totale personeelsbestand uit. Het personeelsverloop daalde en kwam uit onder de 10 procent. Het aantal inhuurkrachten kwam eind juni uit op 6534, elfhonderd minder dan in dezelfde periode een jaar eerder.