Met enige regelmaat vind je op internet verkiezingen van de beste, meest vernieuwende, meest functionele of mooiste software. Die verkiezingen worden vaak georganiseerd door commerciële softwarehuizen die daarmee hun positie in de markt meer kleur willen geven. Niets mis mee, het aanprijzen van je product moet kunnen en de kritische consument of inkoper zou zo langzamerhand het kaf van het koren moeten kunnen scheiden.
Voor degene die zo’n scheiding in het aanbod van open source-software nog níet kunnen maken, zijn er websites zoals SourceForge.net. Dit is ’s werelds grootste open source-software ontwikkelwebsite. Zij huisvesten tegenwoordig ongeveer 230.000 softwareprojecten en hebben meer dan twee miljoen geregistreerde gebruikers die gratis gebruik kunnen maken van de infrastructuur. SourceForge.net wordt beschouwd als één van de stille motoren achter het succes van de open source-softwarecommunity, juist vanwege dat onafhankelijke en massale aanbod. Aangesloten ontwikkelaars hoeven zich geen zorgen te maken over de inrichting van de infrastructuur en ook forums, versiebeheer, statistieken en blogs zijn allemaal voor ze geregeld. En dat is mooi, want zo kunnen ontwikkelaars doen waar ze goed in zijn: mooie software maken. Door de openheid van het systeem wordt ook nog een keer de kennis en programmacode gedeeld! Persoonlijk vind ik dat het meest unieke van deze werkwijze: je kunt een stuk programmacode downloaden van iemand anders en er dan gewoon zelf mee aan de slag gaan. Het is natuurlijk wel zo fatsoenlijk om de oorspronkelijke eigenaar even op de hoogte te houden van je vorderingen. Even checken welke licentievorm eraan hangt is wel zo verstandig hoewel menigeen daar niet moeilijk over doet, zolang je elkaar maar blijft informeren.
Dit transparante en open systeem is bepaald niet van gisteren. Dit jaar wordt de achtste verjaardag van SourceForge.net gevierd, maar deze leeftijd is niet bereikt zonder de nodige turbulentie. In 1993 werd de voorganger VA Research al opgericht door de studenten Augustin & Vera (VA) die samen met Yang en Filo (latere eigenaren van Yahoo!) op de universiteit van Stanford zijn begonnen met het verkopen van computers met voorgeïnstalleerde Linux, als alternatief voor het destijds duurdere Unix. Vanaf 1999 zijn de beide vrienden in de software gegaan en voordat de internetzeepbel klapte, noteerden zij de hoogste initiële emissie ooit; op de eerste dag een rendement van bijna 700 procent. We weten allemaal wat er daarna met dit soort rendementen is gebeurd. Het heeft tot 2006 geduurd voordat het bedrijf weer winst kon maken.
Terug naar de verkiezingen. SourceForge.net doet daar volop aan mee en het unieke van deze vorm is dat de 'softwarecommunity' zijn favorieten niet alleen hoeft te kiezen uit het aanbod van 230.000 softwareprojecten bij SourceForge.net maar ook daarbuiten. Er kan gestemd worden in twaalf categorieën, waaronder 'Best project', 'Visual design' en 'Enterprise'. Blijkbaar is de verzakelijking van open source-software hier ook begonnen, want er zijn dit jaar nieuwe categorieën zoals 'Best commercial project', 'Academia' en 'Government'. De software die in deze categorieën een hoge waardering krijgt mag rekenen op veel aandacht van ontwikkelaars, dat hebben vorige verkiezingen al aangetoond. Het logo van de SourceForge.net-winnaar wordt daarom zo langzamerhand gezien als een keurmerk voor communityondersteuning. Dat is handig om te weten bij het bedenken van functionele specificaties voor je softwarekeuze.
Mijn stem
Vorig jaar heb ik binnen de categorie 'Best new project' mijn stem uitgebracht op Magento. Dit is een e-commerce softwarepakket, ideaal als je een webwinkel met marketingmogelijkheden nodig hebt. Niet dat ik die dagelijks zou gebruiken want mijn werkgever verdient aan kennis, niet aan software, maar de manier waarop nieuwe open source-webapplicaties de desktopapplicaties één-voor-één vervangen doet je wel steeds vaker afvragen of er nog wel een toekomst is voor dikke, statische softwarepakketten die op je werkplek worden geïnstalleerd. Dat beinvloedt ook weer je keuze voor een stuk software. Als softwareleek maakt het mij namelijk niet uit of de software op mijn werkplek zou staan of ergens op het intranet. Wat ik wel belangrijk vind is dat ergens op de achtergrond de interoperabiliteit van uitwisseling van informatie wordt geregeld zodat ik er zelf geen omkijken naar heb. En zo te zien heeft Magento dat goed geregeld. In de toekomst overstappen naar een ander e-commerce pakket is zodoende mogelijk.
Dit jaar ga ik ook een stem uitbrengen binnen de categorie 'Government'. Ik laat me niet leiden door wat iedereen al kiest, maar bekijk simpelweg wat er op mijn eigen werkplek een functionele aanvulling of vervanging van het bestaande zou kunnen zijn. Een zinvolle vervanging van een bestaande functionaliteit is bijvoorbeeld het zoeken naar informatie. Bijna elke website heeft wel een zoekvenster, de webbrowsers hebben er eentje en zelfs in de software zie je ze onverbiddelijk en hongerig naar je zoekopdracht vragen, in bepaalde gevallen met commerciële bedoelingen. Soms zorgt de intelligentie van software ervoor dat je niet steeds weer dezelfde zoekactie hoeft te doen maar meestal niet. Zou het niet prachtig zijn als je zou kunnen vinden zonder te zoeken? Open source-projecten zoals SIMILE met onder andere hun TimeLine-widget zoeken de grenzen daarvan op. Zij zullen dan ook mijn steun krijgen in de categorie 'Most likely to change the way you do everything'.
Het zou me niets verbazen als het ODF-converter open source-softwareproject van Microsoft hoge ogen zou scoren omdat deze inmiddels in het tweede servicepack van MS Office 2007 is geïmplementeerd. Over de kwaliteit van deze converter wordt natuurlijk weer veel geblogd maar ik denk dat het overheden om redenen van gemak goed uitkomt dat Microsoft deze keuze heeft gemaakt. Waarschijnlijk zal deze strategische meebeweging geen windeieren leggen en persoonlijk ben ik best tevreden met deze ontwikkeling.
Serieus
Als je je echt serieus wilt oriënteren op open source-software dan is het volgen van deze communityverkiezingen volgens mij niet het beste startpunt. De keuze voor bepaalde software moet namelijk tot stand komen op basis van gewenste functionaliteit en als we het actieplan Nederland Open in Verbinding lezen, dan moet er een gelijk speelveld zijn. Daarmee wordt volgens mij ook bedoelt dat open source-software niet op voorhand gediscrimineerd mag worden, bijvoorbeeld omdat het makkelijker zou zijn om bestaande contracten met closed source-softwareleveranciers te verlengen. Helaas is het nog vaak zo dat er binnen een project naar een korte termijn, bekende oplossing wordt gezocht terwijl de keuze voor open source-software vaak een lange termijn aanpak vergt. Zo'n hele inkoopstrategie wordt door het programma NOiV en vele leveranciers aangereikt, dus dat kan bijna niet meer mis gaan.
Begin gewoon met iets simpels op de werkplek. Een pdf-maker bijvoorbeeld. Dat kan bijna niet misgaan want de functionele specificaties zijn eenvoudig en de selectie van kandidaten is goed te doen. Oefen eens met een open source-volwassenheidsmodel van Capgemini of de Business Readiness Rating en je zult merken dat het allemaal niet zo moeilijk is. Doe dit ook voor andere functionaliteit en je bouwt een database op met een expliciete onderbouwing van je keuzes. Dat geeft een beter gevoel en resultaat dan het managen van de vele softwarecontracten waarmee overheden geconfronteerd worden.
Wat heb je als lezer hieraan? Het besef dat er meer software wordt gemaakt dan je denkt wordt zichtbaar als je in de database van SourceForge.net gaat pluizen. Er wordt op een enorme schaal geïnnoveerd terwijl wij nog steeds relatief oude software gebruiken. Kijk maar eens in het startmenu van je werkplek. Al die innovatie is vrij beschikbaar met een muisklik en als je boerenverstand (of een volwassenheidsmodel) gebruikt bij de selectie, dan kunnen eindgebruikers zoals ik hun werk steeds beter, meer duurzaam, onafhankelijk van enkele leveranciers én efficiënter doen. Dat is de uiteindelijke winst. Via mijn persoonlijke bespiegelingen wil ik je uitdagen om andere keuzemogelijkheden en/of succesvolle start-ups van open source-softwarestrategieën aan te dragen.
Ergens in uw artikel lees ik: ‘… afvragen of er nog wel een toekomst is voor dikke, statische softwarepakketten die op je werkplek worden geinstalleerd.’
‘Hoera’ denk ik vervolgens.
Er zijn toch meer mensen op deze plek die bezig zijn met de gedachte aan de combinatie van open source en SaaS.