Elektronisch belasting betalen is alleen nog maar weggelegd voor klanten van Microsoft. De zegeningen van een monopolie en van het gebrek aan standaarden gaan aan Jan van Gennip voorbij. "Huidige breedbeeld tv-uitzendingen kun je daarentegen ook op een toestel uit 1950 bekijken."
Tot het bereiken van de ondertekening van het stuk ‘Niks mis met monopolie’ (Computable, 1 februari) van Twan Deibel, nam ik met toenemende verbazing kennis van zijn reactie op Martin Healy’s column (11 januari). Zoals iedere vakgenoot weet, heeft de monopolist Microsoft al jaren echt iets tegen vaste en open standaarden. De gevolgen ervan zijn duidelijk: het ‘algemeen’ verspreiden van Word- en Excel-documenten in volstrekt niet reproduceerbare of zelfs maar leesbare formaten, ‘crashes’ van browsers bij websites (onder andere overheid en NS) indien die niet onder Windows met Internet Explorer (zo recent mogelijk) worden benaderd, alsook informatieverlies en torenhoge kosten voor bedrijven die telkenmale ‘mee moeten groeien’ naar het volgende incompatibele tekstverwerkerformaat.
Via de belastingdiskette, waarmee volgens de Ster-reclame ‘iedereen’ in Nederland aangifte kan doen, is Microsoft zelfs (waarschijnlijk buiten zijn actieve participatie en slechts tengevolge van een bizarre opstelling van de ict-afdeling van het ministerie van financiën) betrokken bij een ‘standaardisatie’ van de belastingaangifte in Nederland. Aangezien ook ‘iedereen’ belasting moet betalen, heb ik bij de belastingdienst geïnformeerd of de ene ‘iedereen’ overeenkomt met de andere ‘iedereen’. In dat geval is belasting betalen alleen nog maar weggelegd voor klanten van de monopolist Microsoft. Antwoord heb ik nog niet gekregen, maar misschien komt dat nog wel, bijvoorbeeld via een e-mail met een standaard ‘MS-tnef’ attachment.
Wel kan ik het eens zijn met de stelling dat de standaarden goed doordacht zijn, maar dat is niet echt nieuws, zie het artikel ‘Interne memo’s snijden Microsoft in vingers’ van Jasper Bakker (Computable, 13 november 1998). Hierin wordt het ‘Halloween-memo’ besproken, waarin de Microsoft-ingenieurs Vinod Valloppillil en Josh Cohen aanbevelen om open internetstandaarden aan te passen en te binden aan eigen technologie.
Een vergelijking waarin de euro het monopolie voorstelt en Healy zich bezighoudt met Zwitserse franken en Poolse zloty’s, gaat wel erg mank. Als je dan toch een vergelijking wilt maken met geld, denk dan aan een leverancier van geldautomaten, die iedere twee jaar alle automaten moet vervangen, omdat hij zelf het ‘standaard’ muntformaat heeft aangepast.
Een beter voorbeeld van een goede standaard, waar overigens de gehele software-industrie niet erg rijk aan is, is televisie. De meest recente soort breedbeeld kleurenuitzendingen zijn in ‘Pal Plus’, maar zelfs op een toestel (type hondenhok) uit 1950 zouden deze uitzendingen – weliswaar op een vier-bij-drie-scherm en in zwart-wit, te bekijken zijn.
In dat licht bezien is het hoogst verbazend dat mensen blijven accepteren dat een monopolist onder het mom van toegenomen functionaliteit voortdurend nieuwe ‘standaarden’ bedenkt om eigen omzet te genereren. Zij draaien immers voor de kosten en het ongemak op.
Daarmee kom ik op het deel van het artikel dat de rest begrijpelijk maakt, namelijk de ondertekening ervan. Twan Deibel blijkt werkzaam bij een Microsoft-distributeur. Hij eet dus mee uit de ruif die gevuld wordt door telkenmale andere gesloten ‘standaarden’.
Ik hoop dat Martin Healy zijn kritische houding ten opzichte van Microsoft continueert.
Jan Van Gennip Arun Projects