Terwijl de ruzie, onmin en ophef over de bewaarplicht een nieuwe ronde ingaan (zie onze voorpagina van deze week), komen er verontrustende feiten aan het licht over hoe organisaties eigenlijk omgaan met hun en onze data. Hoe effectief, of eigenlijk dus niet, dit gebeurt.
Het blijkt uit onderzoek in opdracht van dataspecialist Cendris dat Nederlandse bedrijven nogal tekort schieten wat betreft het beheer van hun gegevens. Sterker nog: ze zijn zich nauwelijks bewust dat er sprake is van een probleem. Dit ontbrekende – of te geringe – besef is groter naarmate er hoger in de bedrijfsstructuur wordt gemeten. Ofwel: de directie weet niet echt wat er aan de hand is. Nu is dat laatste voor velen geen nieuws, maar het belemmert wel het goed aanpakken van het probleem. Totdat hoger management het erkent, is het immers verdraaid lastig om er budget voor te krijgen.
Deze week meldt Computable dat het bedrijfsleven slordig omgaat met data en er (dus) niet uit weet te halen wat er in zit. Vorige week bleek uit een onderzoek van marktmeter MarketCap en crm-leverancier Siebel al dat overheden informatie wel vergaren, maar het vervolgens niet of nauwelijks analyseren.
En dat in een tijdperk waarin de meeste organisaties en mensen, inclusief overheidsinstanties en bedrijfsmanagers, het er wel over eens zijn dat informatie van levensbelang is. Zeker informatie over de klant. De ict-wereld zelf heeft al jaren de mond vol over datawarehousing, datamining, crm en andere trendwoorden om meer te doen met data.
Extrapoleer dit nu even naar de omstreden bewaarplicht. Los van de principiële discussie over privacy en ‘onschuldig tot het tegendeel is bewezen’, lijkt het gevaar van Big Brother niet bepaald nabij. Het is nog altijd droevig gesteld met de efficiëntie van datagebruik, wat dus ook geldt