Jan Timmer is nu anderhalf jaar voorzitter van het Millennium Platform. De oud-topman van Philips is tevreden over de wijze waarop de organisatie functioneert, maar noemt het millenniumprobleem ‘venijniger dan verwacht’. "Het zijn vooral de ketenvraagstukken, het midden- en kleinbedrijf en de internationale aspecten van het millenniumprobleem die ons bezighouden." Interview met een man die woorden heeft als enige wapen.
Van alle problemen die het naderende millennium met zich meebrengt, vindt Timmer die van de juridische aansprakelijkheid ‘de lastigste die boven deze materie hangt’. Het Millennium Platform pleit ervoor de kwestie nog even te laten liggen en alle aandacht in eerste instantie te richten op de oplossing van het ‘jaar 2000’-probleem. Rechtszaken tussen afnemers en leveranciers zouden alleen maar vertraging opleveren. "Deze zaken zijn namelijk gericht tegen dezelfde instanties die het probleem moeten oplossen. En dat is niet bevorderlijk voor de samenwerking." Volgens Timmer ontstaat er momenteel intensief briefverkeer. "We zijn in Nederland heel driftig in correspondentie met elkaar getreden. Afnemers en leveranciers sturen brieven naar elkaar, met als gevolg onzekerheid bij leveranciers en de vrees voor hun bestaan. Sommige bedrijven zijn zowel leverancier als afnemer en dat maakt het nog gecompliceerder. Zij die een brief schrijven waarin ze vragen om een verklaring, krijgen zelf weer een soortgelijke brief van de afnemer. En zo ontstaat er een wirwar van brievenschrijverij."
De juridische kwestie zou, als het aan Timmer ligt, pas na het jaar 2000 aan de orde moeten komen. Hij is niet bang dat bedrijven hierdoor te weinig aandacht schenken aan deze aspecten, zoals een aantal advocaten vreest. Sommige juristen vinden namelijk dat Timmer met deze opvatting verkeerde signalen afgeeft. "Ik denk niet dat dit gebeurt. Het probleem is namelijk heel eenvoudig; er is software, hardware of een systeem dat niet werkt. De vraag is wie de reparatie hiervan betaalt. Dat is de essentie."
Prioriteiten stellen
De voorzitter van het Platform geeft toe dat het uitstellen van dit soort juridische kwesties een ‘onbevredigd rechtsgevoel’ veroorzaakt bij veel mensen. "Maar ja, het uitstel wordt gedicteerd door de tijdsdruk, zo simpel is het. Ik kan dit gevoel ook niet wegnemen. Als we nog tien jaar konden praten, dan konden we achteruit leunen en over de aansprakelijkheid nadenken. Het oplossen van het millenniumprobleem heeft prioriteit. De aansprakelijkheidskwestie is een afgeleide. Daarover kunnen we nu nog slechts in algemene bewoordingen over praten, want er zijn ontzettend veel soorten contracten en verbintenissen. Ook garantietermijnen en onderhoudscontracten spelen hierbij een complicerende rol. Daar is nu eenmaal geen eenduidige regel voor te geven. Nergens in de wereld heeft de mening postgevat dat de leveranciers alles moeten betalen. Was dat wel het geval, dan overleeft een groot aantal leveranciers deze slag niet. Dan hebben we weer niets bereikt, want het probleem ligt er nog steeds. De mensen die het zouden moeten oplossen, bestaan dan niet meer. Het probleem is eenvoudig te groot, om er een normale gangbare redenering in het verkeer tussen ondernemingen voorop te stellen."
Als bedrijven dan toch een rechtszaak willen starten, dan pleit Timmer voor een gang naar de Stichting Geschillencommissie Automatisering. Daar is volgens hem voldoende kennis aanwezig en zijn de procedures eenvoudiger. De platformvoorzitter kijkt met bewondering naar Engeland, waar de betrokken partijen hebben vastgelegd dat ze het probleem samen moeten oplossen en vooralsnog zo weinig mogelijk de gang naar de rechter zullen bewandelen. Enkele honderden Engelse ondernemingen hebben zich bij dit Pledge 2000-initiatief aangesloten. "De onderliggende gedachte hiervan is: ‘laten we geen tijd verknoeien met zoeken naar de schuldige, maar laten we de handen ineenslaan om het probleem op te lossen’." Het Platform onderzoekt of een Nederlandse versie van dit Pledge 2000 mogelijk is. "Dan moet het wel binnen een aantal weken zover zijn. Wat mij betreft zou het niet meer zijn dan de formalisering van een houding die we toch al anderhalf jaar lang gepredikt hebben. Het heeft een zekere symbolische waarde."
Overigens verwachten veel advocaten niet dat het bedrijfsleven de juridische aspecten aan het millenniumproblemen pas na de eeuwwisseling zullen oplossen. In tegendeel, advocatenkantoren gaan uit van bergen millenniumwerk.
Een ander juridisch probleem is dat sommige softwareleveranciers hun onderhoudscontract opzeggen of niet willen verlengen tot na 31 december 1999. "Dat is natuurlijk niet zo’n fraaie houding", zegt de pleitbezorger van het Platform. "Ik denk dat de betreffende leveranciers hier last mee krijgen in de toekomst, want hun klanten nemen ze dit niet in dank af. Een bonafide leverancier moet zich goed afvragen wat de gevolgen op lange termijn zijn. Als ze zich niet begripvol en niet coöperatief opstellen, dan moeten ze ernstig twijfelen of ze daarna nog kunnen rekenen op de sympathie van de klant."
Menselijke zwakheden
Terugkijkend op de korte historie van het Platform is Timmer niet ontevreden. "Ik denk dat de organisatievorm die we in Nederland gevonden hebben – een gezamenlijke aanpak van overheid en bedrijfsleven – goed loopt. Een andere impressie is dat het probleem venijniger is en moeilijker op te lossen dan we aanvankelijk dachten. De planningen worden naar achteren geschoven. Veel bedrijven komen tijdens de voortgang van het proces meer problemen tegen. Met name in de testfase duiken problemen op, waarvan men had aangenomen dat ze al gecorrigeerd waren."
Timmer zegt zijn voorzitterschap ontzettend leuk te vinden. "We moeten diverse groeperingen stimuleren om aan de gang te gaan." Het millenniumprobleem heeft iets menselijks in zich, wat het tot een boeiend onderwerp maakt, vindt hij. "Eerst is er de collectieve ontkenning. Nu dat over is, komt een andere menselijke zwakheid naar boven: uitstellen."
Hij vindt het niet vervelend om telkens een doemscenario te moeten schetsen. "Nee, ik zie dat anders. Ik moet telkens zeggen: het gaat verkeerd, tenzij jullie nu actie ondernemen."
Of zijn boodschap ook overkomt bij het bedrijfsleven, kan Timmer nog niet zeggen. "Ik denk zelf dat het eerste half jaar van 1999 beslissend moet gaan worden, ook om de planningsachterstanden weg te werken waarover ik eerder sprak. Als deze achterstanden zich voortzetten in het tweede half jaar, dan hebben we een groot probleem met zijn allen. Dat is mijn zorg. Het hangt er allemaal vanaf hoeveel werk we de komende maanden kunnen verzetten."
Woorden als wapens
Het in de zomer van 1997 opgerichte Millennium Platform kreeg drie taken mee: het creëren van bewustwording, het bemiddelen tussen organisaties met problemen en de oplossers, en het meten van de voortgang. Voor de komende cruciale zes maanden komt het accent op de tweede en derde activiteit te liggen, meldt Timmer. Zijn inschatting is dat de grote ondernemingen hun zaken redelijk voor elkaar hebben en de overheid een zeer gedetailleerd plan per departement heeft. "Daar bemoeien wij ons niet intensief mee, we laten ons op de hoogte houden. Het zijn de ketenvraagstukken, het midden- en kleinbedrijf en de internationale aspecten van het millenniumprobleem die ons bezighouden."
De internationale aspecten die voor Nederland sowieso van groot belang zijn, moeten volgens Timmer zeker niet worden onderschat. "Denk aan de luchtvaart of het transport. Neem bijvoorbeeld een sector als de land- en tuinbouw met zijn grote export naar Duitsland. Voor exporteurs is het belangrijk dat zij hun groente en fruit in januari 2000 kwijt kunnen. Er kunnen echter problemen ontstaan doordat computersystemen niet meer met elkaar kunnen communiceren of dat er moeilijkheden zijn in het organiseren van het transport."
Het enige wapen dat het platform heeft is praten. Wanneer Timmer gevraagd wordt naar een concrete invulling van de agenda tot 2000 heeft hij het over het voeren van legio gesprekken met alle opgerichte platforms en subplatforms voor vitale sectoren als gas, water & licht, gezondheidszorg, financiële instellingen, verkeer en vervoer, waterbeheersing, openbare orde en veiligheid. "De platforms werken er hard aan, sommigen zijn er nog niet helemaal uit. "Kijk, als praten op een gegeven moment niet helpt dan mag er van ons verwacht worden dat we de betreffende verantwoordelijke instanties inlichten. De uiteindelijke verantwoordelijkheid ligt bij de regering."
Dat het Millennium Platform meer bevoegdheden zou moeten krijgen om bijvoorbeeld zelf te kunnen ingrijpen, daar gelooft Timmer absoluut niet in. "Onze taak is veel te ruim. Ons ontbreekt ook de tijd en de kennis om dat te doen. Het hoofdstuk van onze taak is voorlichting."
Noodmaatregelen
Een paar weken geleden meldde minister Van Boxtel in een interview met Computable dat hij nadenkt over het invoeren van noodmaatregelen om vitale maatschappelijke processen bij de millenniumovergang veilig te stellen. Dat wijst erop dat hij nog niet overtuigd is van een afdoende projectaanpak bij de belangrijkste bedrijven en instanties uit de vitale sectoren. Timmer acht het hanteren van noodwetten een allerlaatste redmiddel. "De praktische mogelijkheden om het roer over te nemen, zijn niet zo groot. De overheid moet zich wel realiseren dat kennis een bepalende rol speelt. Als zij in een sector waarover ontevredenheid bestaat, de mensen met kennis opzij schuift en er anderen neerzet, ontstaat ook weer een tijdsprobleem." Volgens Timmer moet de overheid het, net als het Platform, hebben van overtuigingskracht. "Nederland kent het fenomeen van de verzelfstandigde bestuursorganen. Zij heeft daar formeel geen sterke zeggingskracht over. Waar minister Van Boxtel met zijn uitspraken waarschijnlijk op doelde, was dat de overheid – mocht de weg van de overtuiging niet helpen – vanuit haar verantwoordelijkheid voor het functioneren van de samenleving tot dit soort maatregelen moet overgaan."
Het Millennium Platform vindt dat de vitale sectoren iedereen op tijd moeten voorlichten over de status van hun millenniumproject. De overheid zou de zekerheid moeten krijgen dat dit ook werkelijk gebeurt, indien nodig afgedwongen via een noodwet. Al denkt Timmer dat dit niet zo’n vaart zal lopen. "Bedrijven beseffen dat ze op dit punt uitleg verschuldigd zijn. De druk die door de samenleving, de Tweede Kamer en de pers wordt uitgeoefend, is waarschijnlijk effectiever dan noodwetgeving."
Timmer gaat er vanuit dat mensen die werkzaam zijn in de vitale sector genoeg verantwoordelijkheidsgevoel bezitten om de communicatie afdoende te regelen. Als voorbeeldgedrag noemt hij de advertenties van Gasunie en Centraal Beheer waarin klanten op de hoogte worden gesteld. "Ik vind dat een lovenswaardig streven dat navolging verdient. Ik ken het millenniumprogramma van Centraal Beheer. Dat is voortreffelijk uitgevoerd. Maar die nemen toch een risico door te zeggen: ‘u kunt gewoon Apeldoorn blijven bellen’."
Mocht de overheid toch naar een noodwetgeving grijpen, dan betekent dit dat praten door het Platform kennelijk niet geholpen heeft. "Zo zou je dat kunnen zeggen, ja. Maar wij hebben alleen maar als wapen ons vermogen om mensen te overtuigen."
Voorbeelden
Het Millennium Platform start eind van het jaar met een voorlichtingscampagne die vooral gericht is op het midden- en kleinbedrijf. Is dat niet te laat? Timmer: "Als wij met de advertenties een halfjaar geleden waren begonnen, hadden we geen enkele kleinere ondernemer bereikt. De geesten waren er niet rijp voor geweest. Er wordt heel vaak het begrip ’te laat’ gehanteerd. Ik ben van mening dat de situatie van vandaag niet anders was geweest als we in 1994 of 1995 begonnen waren. Echte resultaten krijg je toch alleen maar in een crisissfeer. Als we met de rug tegen de muur staan, worden we vindingrijk."
"De campagne laat voorbeelden zien van mensen die zeggen ‘ik dacht ook dat ik geen probleem had’. Mensen gaan pas echt luisteren als je met voorbeelden werkt. De campagne zal als een herinnering fungeren in de trant van: "dit is de laatste keer dat wij nog iets aan jullie vertellen. Daarna moet je het zelf doen."
Doelloos in wachtkamer
In het voorjaar startte het Millennium Platform een uitgebreide wervingscampagne voor millenniumspecialisten. Er verschenen advertenties in dag- en vakbladen waarin de lezers werden opgeroepen zich massaal aan te melden en bij te dragen aan de oplossing van het Armageddon. De respons was enorm. Duizenden belangstellenden, waaronder studenten en vutters, meldden zich aan. Nu, ruim een half jaar later, hebben het Platform en betrokken intermediairs slechts een fractie van deze millenniumspecialisten kunnen onderbrengen bij overheid en bedrijfsleven. Duizenden geworven mensen zitten doelloos in de wachtkamer, omdat de vraag vanuit de markt achterblijft. Het Platform verwachtte eerst dat de vraag naar millenniumspecialisten dit najaar op gang zou komen, maar dit bleek een misvatting te zijn. Timmer kan niet voorspellen hoe de toekomst van de probleemoplossers eruit ziet.
"Het is natuurlijk nog afhankelijk van de hoeveelheid werk dat nog wordt verzet tussen nu en 2000. Dat is moeilijk te voorspellen. Ik denk dat er nog een sterke opleving van de vraag zal komen, als het midden- en kleinbedrijf zich volgend jaar bezorgd gaat maken en er echt iets aan doet."
Timmer ontkent dat het Platform had kunnen voorzien dat de vraag naar de specialisten zou achterblijven. In eerste instantie vernam de organisatie andere geluiden. Men wilde zowel het millenniumprobleem oplossen als nieuwe automatiseringsprojecten starten. Het ‘jaar 2000’-vraagstuk mocht niet ten koste gaan van andere projecten. Dit is nu heel anders. Bedrijven realiseren zich dat dit niet samengaat. Inmiddels halen veel ondernemingen hun eigen mensen van projecten af en zetten deze werknemers in op het probleem. De vraag naar externe krachten neemt dus af. "Dat is wel mijn indruk. Ik heb daar geen bewijsmateriaal voor, maar zo voel ik dat aan."
"Oorspronkelijk was het de gedachte dat nieuwe projecten niet mochten lijden onder het oplossen van het millenniumprobleem. Een jaar geleden hoorde ik dat overal; zowel bij bedrijven als bij de overheid. Gaandeweg heeft de realiteitszin de overhand gekregen."
Een detacheringsbedrijf als Inzet en Instroom uit Gouda plaatste naar eigen zeggen zonder enige moeite honderd millenniumwerkers bij verschillende bedrijven. Timmer heeft geen pasklaar antwoord op de vraag waarom dit bedrijf wel succesvol is met de plaatsing en het Platform niet. "Ach, dat weet ik niet, ik denk dat het een kwestie is van focus, een kwestie van organisatie. Of het Millennium Platform te log is? Dat weet ik niet. Ik heb er te weinig kijk op hoe dat precies reilt en zeilt. Daar doe ik geen uitspraken over. Ik denk dat de oorzaak toch ligt in het uitblijven van de vraag. Die vraag heeft zich helemaal niet ontwikkeld als destijds werd aangenomen."
Positieve kanten
De voorzitter heeft geen spijt van de uitgebreide campagne. "Spijt? Nee, absoluut niet, dit was de enige juiste beslissing. We werden destijds geconfronteerd met een dilemma: zo’n actie kost veel voorbereiding, veel inspanning, een groot aantal instanties is erbij betrokken en er gaan maanden overheen voor zo’n campagne loopt. Dan moet je op een gegeven moment beslissen: gaan we nu of gaan we nu niet. We besloten te gaan. Wanneer zich een explosie in de vraag zou voordoen, dan ben je sowieso te laat als je dan nog iets moet gaan opzetten. Dan kun je het vergeten."
Timmer ziet ook positieve gevolgen van de dure campagne: "De IT-industrie heeft een chronisch tekort aan mensen, dus het is best een aardig bijverschijnsel van deze actie dat er zoveel mensen geïdentificeerd zijn als potentieel inzetbaar, die belangstelling hebben voor IT. Ik weet dat bij sommige softwarehuizen grote testfaciliteiten leeg staan. Ik vind dan ook niet dat we overenthousiast waren. Nogmaals, er bestaat kennelijk veel latente belangstelling bij mensen om in de IT-wereld te werken. Ik heb het liever zo dan dat wij die actie niet hadden genomen, en dan geconfronteerd zouden zijn met een grote vraag."
Gevaarlijke uitspraak Oeso
Timmer maakt zich zorgen over de internationale aanpak van het probleem. "Weet u, de Verenigde Naties belegt in december een bijeenkomst in New York. Daar ga ik naar toe. Ik vraag me echter af hoeveel praktische waarde dit heeft. Het mondiale karakter van de organisatie brengt een hoop inefficiëntie met zich mee. Ik geloof dat het veel meer moet komen van regio’s die iets met elkaar hebben, zoals de Europese Unie. Daar speelt het eigenbelang van bedrijven een grotere rol. Brussel is actief, maar wel op de achtergrond. De Unie heeft niet de pretentie om een allesomvattend Europese samenwerking te organiseren. Dat is ook moeilijk."
Hij is dan ook somber over de internationale situatie. "Maar als je alle internationale aspecten dichtgetimmerd zou willen hebben, dan had je veel en veel eerder moeten beginnen. Er zijn overigens wel internationale contacten; er zijn internationale lichamen die zich hiermee bezighouden."
Een van de internationale entiteiten, de organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling (Oeso), presenteerde onlangs een rapport waaruit bleek dat het probleem weinig invloed zal hebben op de economie. De denktank stelt dat het scenario waarin de millenniumproblematiek voor de eeuwwisseling is opgelost het meest waarschijnlijk is. Timmer is resoluut in zijn oordeel over het Oeso-rapport. "Ik vind dit onverantwoorde uitspraken, die niet gebaseerd is op kennis van de materie. De grootste optimisten zijn de onwetenden." Hij houdt liever vast aan het rapport van ING Barings, waarin wel de schadelijke gevolgen van de eeuwwisseling naar voren komen. "Dat is een verstandig en goed doortimmerd rapport. Het gaat uit van een eenvoudige premisse: ‘wij nemen aan dat 20 procent van de Nederlandse productie een uitval van een maand zal hebben’. Dit kan ik volgen. De uitspraak van de Oeso over een heel groot gebied is uiterst gevaarlijk. Ik zou daar niet voor in willen staan. Niemand weet natuurlijk zeker hoe de zaken gaan lopen en hoeveel schade er in een land zal ontstaan."
Verantwoordelijk
Timmer vindt dat zijn Platform na 2000 in eerste instantie moet worden afgerekend op de mate waarin de bevolking zich bewust is van het probleem. "Ik denk niet dat dit een probleem is. Het is goed verlopen. Een van onze andere taken is het aanzetten van mensen tot actie; daarvoor doen we nu ons uiterste best. U moet zich realiseren dat het ondernemers vrij staat om actie te ondernemen of niet. Als er optimisten zijn die het risico durven te nemen, ja, dan nemen ze dat. Maar daar voel ik me niet verantwoordelijk voor. Wel voor de vraag of wij alles gedaan hebben om alle geledingen van de Nederlandse samenleving op het komende gevaar te wijzen. Men zou ons kwalijk kunnen nemen wanneer een groot deel van de Nederlandse bevolking zou zeggen: ‘millennium, nooit van gehoord’."
Rik Sanders en Michiel Couzy, redacteuren