VMI Group implementeerde vier jaar geleden een ‘state-of-the-art’ storageomgeving. “Maar die ging aan zijn eigen succes ten onder”, zegt Daniël van Brummelen, systeembeheerder bij het bedrijf. De grenzen van het storagesysteem kwamen al snel in zicht. Voor de machinebouwer uit Epe reden om voor ‘Plus’ te gaan.
VMI heeft een rijke geschiedenis die teruggaat tot 1945. Ing. Jan de Lange startte in dat jaar de Veluwse Machine Industrie, in twee gebouwen van de Zuukermolen in Epe. Tijdens de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog hielp VMI bij de wederopbouw van de Nederlandse Spoorwegen. Al snel volgde de ontwikkeling en bouw van machines voor de productie van rubber en autobanden.
Bijna 75 jaar later staat het hoofdkantoor van VMI nog altijd in Epe, op het terrein waar het ooit begon. Het bedrijf van Jan de Lange is inmiddels uitgegroeid tot een multinational met 1.600 medewerkers en vestigingen op vier continenten. De machinebouwer is onder andere actief in de Verenigde Staten, China en Duitsland.
Exponentiële datagroei
VMI ontwerpt en bouwt nog steeds innovatieve machines, met name voor de autobandenindustrie. “Elke machine die wij produceren, genereert weer gigabytes aan data”, zegt systeembeheerder Daniël van Brummelen. “En hoe meer machines wij ontwikkelen en bouwen, hoe meer data wij voor een langere termijn moeten opslaan. Die hoeveelheid groeit bijna exponentieel.”
Om de gegevens veilig te stellen, implementeerde VMI vier jaar geleden een back-upomgeving op basis van de software van Veeam. “Dat was voor ons toen al een ‘grote’ oplossing”, blikt Van Brummelen terug. Door de ‘exponentiële groei’ van de hoeveelheid data kwamen de grenzen van deze omgeving echter al snel in zicht. Het succes van servervirtualisatie droeg daar ook aan bij. “We begonnen met een paar virtuele machines, en hebben nu eigenlijk alles gevirtualiseerd.”
Van de totale opslagcapaciteit was in 2018 nog maar een klein deel over. De retentietijd bedroeg bovendien slechts twee dagen. “Als iemand een tekening van drie dagen oud wilde terughalen, kon dat niet”, aldus Van Brummelen. Ook de snelheid van een restore was een probleem. En de back-upwindow was inmiddels opgelopen tot twaalf uur. “Dat konden we richting de gebruikers niet meer verkopen. Een back-upwindow van vijf uur is eigenlijk wel het maximum.”
Opwaarderen Veeam-omgeving
Voor VMI waren het redenen om de ‘oude’ Veeam-omgeving op te waarderen. Van Brummelen: “We hadden geen enkele reden om van Veeam af te stappen. Deze leverancier biedt een fantastisch mooi systeem voor back-up, noodherstel en gegevensbeheer, dat bovendien zeer intuïtief is. Een nieuwe collega heeft binnen vijf minuten door hoe het werkt.”
“We hebben daarom de stap gemaakt van Veeam Enterprise naar Veeam Enterprise Plus”, vervolgt de systeembeheerder. “Deze versie is sneller, gaat efficiënter om met de beschikbare storagecapaciteit en biedt geavanceerdere mogelijkheden zoals resilient file system (ReFS). De gebruikte back-upmethode heeft bovendien geen directe impact op de productieservers. Ook op het gebied van schaalbaarheid is Enterprise Plus een stap vooruit. We kunnen gewoon storage bijplaatsen zonder dat we iets aan de installatie hoeven te wijzigen.”
Schaalbaar
VMI schakelde voor de migratie wederom de hulp in van partner ITON, die op de achtergrond werd ondersteund door distributeur Tech Data. Net zoals vier jaar geleden. Samen realiseerden ze een oplossing voor back-up naar disk. Daarnaast vindt wekelijks en maandelijks een back-up plaats naar tape.
De nieuwe back-upomgeving is schaalbaar tot honderden terabytes en tientallen VMware ESXi-hosts. De machinebouwer start echter met ongeveer de helft van de maximale opslagcapaciteit. “Met Veeam One zien we het tijdig als de capaciteit volloopt en kunnen we capaciteit toevoegen”, aldus Van Brummelen.
Volgende stap
“Het ging ons om continuïteit, uitbreiding van de mogelijkheden, en schaalbaarheid in de toekomst”, stelt Van Brummelen. “Veeam Enterprise Plus biedt ons dat allemaal. Zo bedraagt de back-upwindow nu maximaal 3,5 uur. En het terugzetten van een volledige back-up gaat veel sneller.” Ook is het mogelijk om verder terug te gaan in de tijd en een back-up van meerdere dagen oud terug te halen.
Van Brummelen is zelfs al bezig met de volgende stap. De systeembeheerder van VMI zet nu op kleine schaal Veeam SureBackup in. Hiermee kan hij snel testen of een back-up inderdaad goed is uitgevoerd en functioneert. “Dat wil ik voor het hele serverpark in gaan zetten. Een restoretest kost veel tijd, en moet met name buiten kantooruren worden uitgevoerd. Als je een SureBackup-test hebt gedaan, kun je de restoretest achterwege laten.”