Nu we aan het begin staan van 2019 valt het op dat trends in zowel de zakelijke als technologische wereld dezelfde thema’s volgen. Zo is artificial intelligence (AI) het kloppende hart van innovaties, databeheer en het leveren van applicaties en diensten voor de edge, de core en de cloud. Ook groeit containerisatie steeds verder uit tot een onmisbare technologie en neemt de intelligentie van internet of things-apparaten (IoT) op de edge toe. Developers bevinden zich in het midden van al deze transformaties. Want op basis van hun eigen eisen worden nieuwe technologieën en paradigma’s ontwikkeld, waarvan de developers later zelf weer alle ins en outs moeten kennen om op lange termijn concurrentievoordeel te creëren.
1. AI zal vooral aanwezig zijn in cloudstructuren
AI-technologie staat nog steeds in de kinderschoenen en zal de taak krijgen om bergen aan data te verwerken, waarvan de meeste data zich in public clouds bevindt.
De hoeveelheid AI-software en servicetools – veelal in de cloud – groeit gestaag. Dat maakt de ontwikkeling van AI-applicaties steeds eenvoudiger en zorgt ervoor dat ze hogere prestaties en meer schaalbaarheid (zowel on- als off-premise) kunnen leveren en een betere ondersteuning bieden voor meerdere datatoegangsprotocollen en gevarieerde nieuwe dataformats. De infrastructuur die AI-workloads ondersteunt, moet daarom ook snel, veerkrachtig en geautomatiseerd zijn. Maar hoewel AI het toekomstige strijdveld is voor infrastructuurleveranciers, zullen de meeste nieuwe ontwikkelingen gericht zijn op de cloud.
2. IoT: vergeet het ‘phone home’-principe
Edge-apparaten worden steeds slimmer, waardoor ze realtime beslissingen kunnen nemen over verwerking en applicaties.
Traditionele IoT-apparaten zijn ontwikkeld volgens het ‘phone home’-principe. In andere woorden: data verzamelen, deze verzenden voor verwerking en vervolgens wachten op verdere instructies. Maar zelfs met de opkomst van 5G-netwerken kunnen realtime-beslissingen niet wachten totdat gegevens van en naar de cloud of een datacenter zijn verzonden. Bovendien neemt de groei van data steeds sneller toe. Dit betekent dat het verwerken van gegevens dicht bij de klant moet gebeuren. Hierdoor stijgt de vraag naar dataverwerkingsmogelijkheden op de edge. Wat IoT-apparaten en -applicaties met ingebouwde diensten, zoals data-analyses en -reductie, weer dwingt om beter, sneller en slimmer te beslissen over welke data onmiddellijke actie vereist, welke data terug naar de core moet of naar de cloud en welke data weg kan.
3. Automagically
De vraag naar sterk vereenvoudigde IT-diensten zorgt ervoor dat IT-resources nog verder geabstraheerd worden en dat datadiensten gemeengoed worden.
Wie vervangt tegenwoordig nog zelf zijn bougies of spendeert een avondje onder de motorkap om de distributieriem te controleren? Je hoeft niet langer over onderhoud na te hoeven tot er een melding op je dashboard verschijnt. Ook bij IT-infrastructuren geldt deze verwachting steeds meer, en dan voornamelijk bij storage- en databeheer. Developers willen er niet over nadenken, ze willen gewoon dat het ‘automagically’ werkt. Nu we containerisatie en serverless-technologieën hebben, zal de trend van het abstraheren van individuele systemen en services IT-architecten aanzetten om ontwerpen te maken gericht op data en dataverwerking en om hybride, multi-cloud data-fabrics te bouwen in plaats van gewone datacenters. Door voorspellende technologieën en diagnostiek toe te passen, zullen beslissingsnemers steeds meer vertrouwen op uiterst robuuste, maar toch ‘onzichtbare’ datadiensten die data leveren waar en wanneer dat nodig is. Deze nieuwe mogelijkheden automatiseren ook de bemiddeling van infrastructuurdiensten als dynamisch gemeengoed en het pendelen van containers en workloads van en naar de voor die taak meest efficiënte serviceprovideroplossingen.
4. Ontwerpen voor multi-clouds wordt een keuze (en keuzes hebben consequenties)
Een hybride, multi-cloudomgeving zal de standaard IT-architectuur worden voor de meeste grote bedrijven. Andere zullen kiezen voor de eenvoud en consistentie van één cloudprovider.
Containers zullen workloads zeer verplaatsbaar maken. Maar data zelf kan veel minder verplaatsbaar zijn dan compute en application resources en dat beïnvloedt de verplaatsbaarheid van runtime-omgevingen. Zelfs als je een oplossing biedt voor de zwaarte, consistentie en beveiliging van data, is er nog steeds kans op een platform lock-in en cloudprovider-specifieke diensten die niet overdraagbaar zijn tussen clouds. Daardoor kiezen kleinere organisaties voor in-house ontwikkeling of voor de eenvoud, optimalisatie en het hands-on beheer van één cloudprovider. Reken erop dat serviceproviders nieuwe differentiators ontwikkelen om diegenen te belonen die kiezen voor een lock-in. Aan de andere kant hebben grotere organisaties behoefte aan de flexibiliteit, neutraliteit en kosteneffectiviteit van de mogelijkheid om applicaties tussen clouds te verplaatsen. Ze gebruiken containers en datafabrics om de lock-in te doorbreken, volledige verplaatsbaarheid te garanderen en hun lot in eigen handen te houden. Welke weg ze ook kiezen, organisaties van elke omvang zullen beleid en handvatten moeten ontwikkelen om het beste uit hun keuze te halen.
5. De containerbelofte: maak de weg vrij voor innoverende toepassingen
Container-based cloudorkestratie zal de ontwikkeling van hybrid-cloud-applicaties stimuleren.
Een van de beloften van containers is dat je niet te maken hebt met leverancier-lock-in. Hoewel containerisatie-technologieën, zoals Docker, relevant blijven, wordt Kubernetes de standaard voor multi-cloud applicatieontwikkeling. Maar nu het interessante nieuws: nieuwe container-based cloudorkestratietechnologieën zullen het startschot geven voor hybrid-cloud-applicatieontwikkeling, wat betekent dat er nieuwe applicaties worden ontwikkeld voor zowel public-cloud- als on-premise-toepassingen. Hierdoor hoeven applicaties niet meer heen en weer verplaatst te worden en wordt het steeds eenvoudiger om workloads neer te zetten op de plek waar data wordt gegenereerd in plaats van andersom.
