Bijna twee jaar werken gemeenten, provincies en waterschappen nu met de Omgevingswet en het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). De kinderziektes van het eerste jaar liggen grotendeels achter ons, maar de uitdagingen blijven. Voor planologen betekent dit een definitief afscheid van de oude werkwijze. Wie in 2026 relevant wil blijven in dit vakgebied, moet zowel inhoudelijk als digitaal sterk zijn.
Bijna twee jaar werken gemeenten, provincies en waterschappen nu met de Omgevingswet en het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). De kinderziektes van het eerste jaar liggen grotendeels achter ons, maar de uitdagingen blijven. Voor planologen betekent dit een definitief afscheid van de oude werkwijze. Wie in 2026 relevant wil blijven in dit vakgebied, moet zowel inhoudelijk als digitaal sterk zijn.
De praktijk na twee jaar Omgevingswet
Het DSO bundelt informatie over regelgeving voor de fysieke leefomgeving in één systeem. Na een roerige start zijn de meeste overheden inmiddels gewend aan de nieuwe werkwijze, al blijven er knelpunten. Uit recent onderzoek blijkt dat bijna de helft van de professionals die met het DSO werken, de toegang tot actuele data nog steeds als grootste uitdaging ervaart.
De les van de afgelopen twee jaar? Techniek alleen lost niets op. Systemen hebben mensen nodig die ze begrijpen, voeden en interpreteren. Planologen schakelen dagelijks tussen digitale tools, data-analyse en beleidsadvies. Die hybride rol is geen tijdelijke fase meer, maar de nieuwe standaard.
Van toetsen naar mogelijk maken
De filosofie achter de Omgevingswet draait om het faciliteren van ontwikkelingen. Het oude criterium van ‘goede ruimtelijke ordening’ maakte plaats voor ETFAL: een evenwichtige toedeling van functies aan locaties. Die verschuiving vraagt om planologen die proactief meedenken met initiatiefnemers, stakeholders en bestuurders.
Tegelijk groeit de druk. Woningbouw, energietransitie, klimaatadaptatie en mobiliteit concurreren om dezelfde schaarse ruimte. De woningnood blijft urgent, terwijl gemeenten ook moeten anticiperen op klimaatverandering en de gevolgen van vergrijzing. Iemand moet die puzzel leggen. Dat vraagt analytisch vermogen, communicatieve vaardigheden én het lef om keuzes te maken die impact hebben op de leefomgeving van duizenden mensen.
Kansen richting 2026
Voor wie affiniteit heeft met zowel technologie als maatschappelijke vraagstukken, biedt de arbeidsmarkt interessante mogelijkheden. Gemeenten zoeken ervaren krachten, maar ook mensen die fris tegen de nieuwe werkwijze aankijken. Kennis van het DSO, GIS-systemen en datagedreven werken maakt kandidaten extra waardevol.
Werken als planoloog betekent opereren op het snijvlak van beleid, recht en techniek. Je adviseert over omgevingsplannen, begeleidt vergunningsprocedures en werkt samen met stedenbouwers, juristen en ecologen. Via detachering kun je bij verschillende overheden ervaring opdoen en ontdekken welke werkomgeving bij je past.
De digitale overheid heeft mensen nodig
De Nederlandse overheid investeert fors in digitalisering. De recent gelanceerde Nederlandse Digitaliseringsstrategie moet een einde maken aan de versnippering tussen overheidslagen. Maar zonder vakmensen die systemen en beleid kunnen verbinden, blijven het loze ambities. De planoloog van 2026 is niet alleen ruimtelijk denker, maar ook digitaal vaardig. Precies die combinatie blijft schaars.