Carlo De Benedetti moest weg bij Olivetti. Na vijf verliesgevende jaren zouden de buitenlandse banken die het computerconcern op de been hielden, het hoofd van de eens zo gevierde ondernemer hebben geëist. Minstens zo dramatisch was het vertrek van Bob Frankenberg bij Novell. Terwijl de directe aanleiding tot het vertrek van De Benedetti in nevelen was gehuld, werd over het opstappen van de Novell-topman weinig geheimzinnig gedaan.
Frankenberg wist Novell weliswaar terug te brengen tot de kernactiviteiten, maar kon niet voldoende vuist maken tegen Microsoft. De marketing van Novell zou niet overtuigend zijn. Netware is te laat gepositioneerd als een intranet-platform. Frankenberg werd door zijn medebestuurders openlijk een gebrek aan agressiviteit verweten.
In de Amerikaanse IT-industrie is het momenteel gewoon dit soort kritiek onomwonden te uiten. Bestuurders komen en gaan. In twee jaar moesten vier vooraanstaande Novell-managers hun topfunctie opgeven. Dit kan leiden tot onrust bij de klanten.
Zo heeft het vertrek van drie Nederlanders in de top bij Oracle Europe ook de nodige consternatie gegeven. Vooral de manier waarop de Amerikaanse leiding van Oracle zich over hun Europese topman Loek van den Boog uitliet, heeft kwaad bloed gezet. Volgens Oracle’s Ray Lane, sinds kort de tweede man vlak achter Larry Ellison, miste de Nederlander de capaciteiten om leiding te geven aan een bedrijfsonderdeel dat inmiddels al uit 8000 werknemers bestaat. Van den Boog paste niet in de nieuwe structuur en moest opstappen.
Ook Ad Nederlof verloor zijn functie. De vice president voor Noord Europa wilde graag kapitein zijn op een eigen schip. En dat kon niet meer, liet Ray Lane duidelijk weten. Ook Piet Verpoorte, directeur Nederland, heeft Oracle inmiddels verlaten.
Veel relaties en ex-collega’s van de afgetreden drie managers vinden dat Ray Lane beter zijn mond had kunnen houden. Zeker van een onderneming die in het boekje ‘De 49 beste bedrijven om voor te werken’ (uitgeverij Wolters-Noordhoff) samen met Proctor & Gamble aan de top staat, wordt een meer galante benadering verwacht.
In Nederland wordt in principe niet uit de school geklapt. Men hangt de werkelijke beweegredenen achter een gedwongen vertrek liever niet aan de grote klok. In Amerika is dat anders. Daar gelden de regels uit de voetbalwereld. Zoals trainers na twee nederlagen kunnen worden ontslagen, zo lopen managers het risico te moeten opstappen als de ondernemingsdoelstellingen niet zijn gehaald. Maar net als voetbal-coaches hebben zij in hun salaris als het ware een risico-premie zitten. Bovendien is het normaal als ze elders aan de slag gaan. Een eenmalig fiasco wil nog niet zeggen dat men nergens meer voor geschikt is. Het wordt tijd dat dit besef ook in Nederland doordringt.