IBM heeft vorige week zijn reeks servers met Intel-processoren (x86) ververst en het nieuwe geheel X3 gedoopt. De X3-architectuur omvat Intels aanstaande semi-64-bit processor, codenaam Cranford, en IBM’s Hurricane-chipset.
|
Het aanstaande 366-model van de eServer xSeries bevat vier processoren en moet IBM een voorsprong geven in dat subsegment van de servermarkt. Tot op heden loopt IBM volgens onderzoeksbureau IDC achter op concurrent HP, terwijl het juist voorligt op het gebied van zwaardere x86-servers, met acht processoren. IBM is onlangs Dell gepasseerd wat betreft marktaandeel in het vierweg-segment, aldus IDC. Het onderzoeksbureau bestempelt vierweg Intel-servers als meest aantrekkelijk voor leveranciers qua prijs en afzet.
Prijs en prestatie
IBM wil HP nu voorbijstreven. Het verlaagt daarvoor de prijs van de nieuwe vierweg-configuratie naar die van twee tweeweg-machines. Tot op heden waren twee dualprocessor-servers van IBM voordeliger dan één vierweg. De nieuwe x366 zal vanaf zesduizend dollar verkrijgbaar zijn.
Daarnaast zet IBM meer mainframe-eigenschappen in voor zijn x86-servers. De X3-architectuur omvat mogelijkheden als een hogere mate van virtualisatie, beter databeheer, snellere I/O dankzij PCI-X 2, beter geheugenbeheer en ingebedde geheugenchips. X3 verschijnt eerst in de nieuwe x366-machine en wordt daarna geïmplementeerd in de andere xSeries-servers.
De leverancier heeft hier de afgelopen drie jaar aan gewerkt en er 100 miljoen dollar in gestoken. “De focus voor de derde generatie van onze Enterprise X-architectuur was geheel op prestaties gericht”, zegt directeur Jay Bretzmann van de eServer-divisie. Hij geeft als voorbeeld de halvering van de latency (reactietraagheid – red.) tussen de processoren en het geheugen.
Veel van het werk is besteed aan de Hurricane-chipset, een verbeterde opvolger van IBM’s Summit-chipset. Dit centrale systeemcomponent moet grote aantallen processoren in één systeem verbinden. IBM-topmensen voorspelden vorig jaar al 32-bit x86-servers met wel vierenzestig processoren die begin dit jaar moeten uitkomen. Dergelijke – voor de Intel-wereld – hoge aantallen zijn tot op heden mogelijk middels bedrijfseigen middelen zoals Unisys’ crossbar-architectuur in diens ES7000 of de Numa-technologie van het door IBM overgenomen Sequent. Intel acht zijn 64-bit Itanium-processor beter geschikt voor dergelijke zware servers.
Klaar voor dualcore
IBM’s nieuwe computers zijn ook al geschikt voor Intels toekomstige dualcore-processoren. Begin 2006 moeten de eerste Xeon-chips met twee verwerkingskernen verschijnen. Het totale aantal chipkernen in een 366-server komt dan op acht stuks. Intel-concurrent AMD loopt op dit gebied voor; die komt midden dit jaar met dualcore-uitvoeringen van zijn Xeon-tegenhanger Opteron. Die werkstation- en serverprocessor is al sinds de lancering in april 2003 voorzien van 64-bit extensies.
AMD heeft reeds HP-servers met vier dualcore Opterons gedemonstreerd. AMD’s eerste dualcore-processoren zijn net als die van Intel compatibel met huidige processoraansluitingen (sockets), wat goede opwaarderingsmogelijkheden biedt. HP’s huidige Proliant-modellen met Opteron-processoren zouden IBM’s vierweg-aspiraties dan ook kunnen dwarsbomen.< BR>
Grootste in servermarkt
IBM was gemeten naar omzet vorig jaar de grootste leverancier in de wereldwijde servermarkt. Dit geldt zowel voor het vierde kwartaal als voor het gehele jaar, concludeert onderzoeksbureau Gartner. In totaal zijn er meer dan 6,7 miljoen servers – zowel x86 als bedrijfseigen Unix-systemen – geleverd, wat een omzet van 49,5 miljard dollar opleverde. In 2003 was dat nog 5,6 miljoen servers en 46,1 miljard dollar omzet.
Over heel 2004 boekte IBM 16,1 miljard dollar aan serveromzet. HP is tweede met 13,4 miljard en Sun derde met 5,2 miljard, aldus Gartner. Sun heeft zijn positie als grootste Unix-leverancier echter weten te behouden, ondanks de verkoopdaling van 7,1 procent ten opzichte van 2003. HP’s Unix-serververkoop daalde 9,9 procent en kwam uit op 4,9 miljard dollar. IBM heeft vooral terrein veroverd op die twee concurrenten en zag de verkoop van zijn Unix-machines 7 procent groeien naar 4,3 miljard dollar omzet. IBM’s x86-verkoop steeg 22,4 procent naar 4,2 miljard dollar en overtreft daarmee die van Dell (19,6 procent groei naar 4,8 miljard dollar), meldt Gartner.
In het vierde kwartaal boekte IBM 5,1 miljard dollar aan serveromzet. HP was tweede met 3,9 miljard, gevolgd door Sun (1,4 miljard) en Dell (1,3 miljard). Fujitsu-Siemens was vijfde met 654 miljoen dollar omzet uit serververkoop. Gemeten naar het aantal leveringen staat IBM echter op de derde plaats (1 miljoen stuks), terwijl HP eerste is (1,9 miljoen servers) en Dell tweede (1,4 miljoen). Sun is vierde (337.000 servers) en Fujitsu-Siemens vijfde (229.000). In totaal zijn er in het vierde kwartaal 1,87 miljoen servers verkocht, wat 6 procent meer is dan in dezelfde periode vorig jaar. De omzet is gegroeid van 13,5 miljard naar 14,2 miljard dollar.