Microsoft krijgt het grootste deel van zijn schikking met het Amerikaanse ministerie van Justitie en negen staten opgelegd als straf in de sinds 1998 lopende antitrustzaak. Dit bepaalde districtsrechter Colleen Kollar-Kotelly vorige week vrijdagavond.
De staten De negen dissidente staten zijn Californië, Connecticut, Florida, Iowa, Kansas, Massachusetts, Minnesota, Utah en West-Virginia, en ook het District of Columbia. De andere, wel-schikkende staten zijn Illinois, Kentucky, Louisiana, Maryland, Michigan, New York, Noord-Carolina, Ohio en Wisconsin. |
Topman Bill Gates spreekt van een streng, maar rechtvaardig compromis dat zijn bedrijf beperkingen oplegt zonder dat diens innovatie in gevaar komt. Concurrenten en critici zijn minder te spreken over de uitkomst. Zo zijn er nog de negen staten die de schikking afkeuren omdat deze makkelijk te omzeilen zou zijn. De verwachting is dat zij Kollar-Kotelly’s besluit zullen aanvechten.
Het hof verklaart dat de schikking tegemoet komt aan het publieke belang en geeft het een geldigheidsduur van vijf jaar. Dit kan door een rechtbank worden verlengd indien er sprake is van overtreding van de afgesproken maatregelen.
De rechter wil echter nog enkele wijzigingen, waaronder een beperking van Microsofts macht over het Windows-bureaublad waar applicaties direct zichtbaar en toegankelijk zijn voor gebruikers. De schikkende partijen hebben nog tot 8 november de tijd om de door de rechter gewenste wijzigingen op te nemen in hun overeenkomst en in te dienen bij de rechter.
EC-onderzoek
Ondertussen heeft de Europese Commissie nog een gecombineerd onderzoek lopen naar Microsoft. Dit betreft de compatibiliteit tussen de desktop- en serveruitvoeringen van Windows, waar serverconcurrenten moeilijk tussen zouden kunnen komen, en de koppeling van de Media Player in het Windows-besturingssysteem. De EC had eerder al aangegeven de uitkomst van de Amerikaanse zaak af te wachten en die mee te nemen in het eigen onderzoek. De Europese onderzoekers bestuderen nu de uitspraak.
Van der Bel waagt zich nog niet aan voorspellingen over de EC-kwestie. "De EC heeft laatst laten weten dat ze voor het einde van dit jaar met een voorlopige uitspraak willen komen. Toen wisten zij niet wanneer de Amerikaanse rechter tot een oordeel zou komen, dat was pas 24 uur van te voren bekend."
"Veel argumenten in de Amerikaanse zaak zijn natuurlijk al gebruikt in Europa." Hij merkt echter op dat de initiële gronden van de twee zaken van elkaar verschillen. "Het onderzoek van de EC draait om compatibiliteit, de rechtszaak in de VS ging om monopoliemisbruik. Dat zijn twee aparte zaken." Het hebben van een monopolie is volgens de Amerikaanse wetgeving toegestaan.
Jasper Bakker