Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) werkt samen met software-as-a-service-leverancier Siteimprove voor het verbeteren van overheidswebsites. Via www.gewoontoegankelijk.nl en/of de tool van Siteimprove kunnen overheden de toegankelijkheid van hun sites controleren op verschillende criteria.
Het initiatief ‘Gewoon Toegankelijk’ ondersteunt overheden, ontwikkelaars, bouwers van websites en applicaties en toetsingsinstanties bij het continu verbeteren van de toegankelijkheid van overheidswebsites. De website en de tool zijn in de afgelopen twee jaar ontwikkeld door drupal specialist Triquanta, ICATT Interactive Media, search solutiona specialist, Open Index en de community achter open source tool Quail. Met de monitor krijgen gebruikers inzicht in de barrières. Gebruikers krijgen suggesties die gebaseerd zijn op het toepassingskader voor de webrichtlijnen.
Gebruik van de webrichtlijnen is verplicht voor gemeenten, waterschappen, provincies en organisaties van de rijksoverheid die vallen onder zogenoemde ministeriële verantwoordelijkheid. Het instrument is een gezamenlijk initiatief van het Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (KING), de Vereniging Nederlandse gemeenten (VNG) en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK).
Gewoon Toegankelijk stelt elk kwartaal aan de hand van 17 van de 38 succescriteria vast welke pagina’s fouten of mogelijke fouten bevatten. In totaal zijn er 38 internationale succescriteria waarvan een aantal niet te automatiseren zijn, omdat deze interpreteerbaar zijn. De tool van Siteimprove zelf kan 31 van de 38 criteria automatisch scannen. Het Ministerie BZK en Siteimprove werken samen bij de bevordering van het gebruik van automatische instrumenten om de toegankelijkheid van websites te verbeteren. Hiervoor is de eerste stap gezet door de instrumenten Gewoon Toegankelijk en van Siteimprove te testen door externe experts. Geconcludeerd kan worden dat beide instrumenten bij kunnen dragen aan vaak eenvoudig door te voeren belangrijke verbeteringen in de toegankelijkheid van websites. Het belangrijkste verschil betreft de werking en functie van beide systemen, die elkaar ook kunnen aanvullen.
Toegankelijke tools
Bij Gewoon Toegankelijk kan de gebruiker na de check een rapportage opvragen om de geconstateerde fouten te herstellen en mogelijke fouten te bezien. Gewoon Toegankelijk brengt vervolgens de progressie in de verbeteringen in kaart. Daarnaast bevat de tool verwijzingen naar aanvullend handmatig onderzoek en naar de verplichte toegankelijkheidsverklaringen voor overheidswebsites.
Siteimprove scant elke vijf dagen automatisch de gehele website op de criteria en highlight op de pagina waar er zich toegankelijkheidsproblemen voordoen. Dit kan ook voor Pdf bestanden. Daarnaast wordt er ook getoetst op spelling, kapotte links, documentbeheer en zoekmachine optimalisatie (SEO). Siteimprove koppelt de gebruikersomgeving via een directe link naar de gebruiker’s eigen content management systeem.
Momenteel ligt er ook een wetsvoorstel om dit soort tools te verplichten voor websites binnen de onderwijs- en zorgsector.
Minder handmatig werk
‘Het naleven van de regelgeving rondom toegankelijkheid kan voor organisaties lastig zijn. Deze samenwerking biedt zowel de overheid als Siteimprove de mogelijkheid om voor alle Nederlandse organisaties toegankelijkheid hoger en succesvoller op de agenda te krijgen’, zegt Patrick Wittenberg, country manager van Siteimprove Benelux. Wittenberg hoopt zoveel mogelijk handmatig werk van webbouwers, redacties en webmasters uit handen te nemen. ‘Toegankelijkheid hoeft niet moeilijk en duur te zijn en onze missie is om dit voor iedereen mogelijk te maken, zowel in publieke als private sector.’
Toegankelijk voor iedereen
Volgens Leon van de Ven, senior beleidsmedewerker bij het ministerie van BZK heeft iedereen baat bij toegankelijke websites. ‘Het is van het grootste belang voor miljoenen Nederlanders die een visuele, auditieve of andere lichamelijke beperking hebben, die minder ‘digivaardig’ zijn, die ouder zijn of die moeite hebben met lezen en schrijven. Het is ook van een steeds groter belang omdat steeds meer mensen de overheid benaderen met hun smartphone of tablet. Juist daarom hebben we als overheid geïnvesteerd in de ontwikkeling van een instrumentarium dat websites automatisch toetst op toegankelijkheid.’
