VRI wil meer gewicht in IT-schaal leggen

De Nederlandse Vereniging van Register Informatici (VRI) presenteerde vorige week een nieuw model ‘werkterrein informatica’. De reacties op dit plan zijn verdeeld.

VRI slaat een nieuwe weg in en wil IT-organisaties voortaan beter van dienst kunnen zijn. De insteek van haar activiteiten is de aantoonbare professionaliteit van de Register Informaticus. In het programma ‘Vertrekpunt 1997’ vormen het model ‘werkterrein informatica’ en certificering de belangrijkste actiepunten.
Om orde aan te brengen in de chaos van IT-functies heeft een VRI-werkgroep onder leiding van prof.dr.ir. Dietz een model opgezet voor het indelen van het werkterrein van de informaticus (zie afbeelding). In zijn toelichting gaf professor Dietz aan dat deze matrix een basisvorm is. "In een volgende stap vergelijken we de 21 cellen met de dagelijkse IT-werkzaamheden. Zodoende kunnen we functies met taakgebieden onderscheiden. Bijvoorbeeld de beheertaken van een technisch beheerder. Deze blijken in het groene en het blauwe veld te liggen, binnen het informatiesysteem en de infrastructuur." Volgens Dietz is het voordeel van het VRI-model boven eerdere systemen de toekomstvastheid ervan. "Veel modellen worden gebaseerd op IT-functies die op het moment van opstellen gangbaar zijn. Met andere woorden, zo’n model is snel verouderd. Ons model is een beschrijving vanuit het vakgebied, en niet vanuit het werkterrein. Het heeft als basis de activiteiten die IT’ers door de jaren heen hebben uitgevoerd."

Identiteitscrisis

De reacties uit het vakgebied en het bedrijfsleven op dit plan van VRI zijn wisselend. Professor J. Roos, voorzitter van de NGI-commissie beroepsontwikkeling, Combo, vindt het model op het eerste gezicht te gedetailleerd. Hij vraagt zich af waarom het model van het rapport Infocus2000 niet is aangehouden. Dit model, waarin diverse profielen van de informaticus zijn uitgewerkt, werd eind vorig jaar door NGI en VRI gepresenteerd. Op de vraag of de markt behoefte heeft aan het VRI-model, antwoordt Roos dat dat per organisatie verschilt. "Beroepsontwikkeling is een ingewikkeld fenomeen. Bedrijven die nog niet zo uitontwikkeld zijn, hebben behoefte aan uitgebreidere modellen dan bedrijven die dat wel zijn. Voor hen zou het VRI-model bruikbaar kunnen zijn. Verder denk ik dat het model een aanzet is voor het op de rails zetten van de certificeringsplannen."
IBM laat weten geen behoefte te hebben aan dit soort modellen. Het bedrijf heeft zelf wereldwijd grofmazige functieprofielen gedefinieerd. Ook Cap Gemini hanteert, met het oog op de interne opleidingen, zijn eigen model. Daarin worden zeven profielen onderscheiden: ICT-specialist, ontwikkelaar, architect, beheerder, business-consultant, projectmanager en EDP-auditor. Bij elk profiel staan specifieke kennis, vaardigheden, eigenschappen en persoonlijkheidskarakteristieken aangegeven. Volgens Daan Rijsenbrij, area quality manager bij Cap, is het Cap-model geverifieerd met een groot aantal deskundigen, waaronder Fenit en VNO/NCW. "Het is een model waarvan wij vinden dat het stabiel en werkzaam is. Vaak zijn modellen te abstract en worden ze opgesteld wanneer de IT weer eens in een identiteitscrisis is beland. Dan wil iedereen weten waaruit een tekort aan informatici bestaat, hoe een IT’er er eigenlijk uitziet en of het wel een echt beroep is."

Cockpit

Een andere belangrijke activiteit is het nadenken over certificering van individuele leden. Om professionele leden – in de ogen van VRI informatici die permanent geschoold worden – herkenbaar te maken, zoekt de vereniging naar vormen van kwaliteitstoetsing. De vereniging streeft hierbij naar samenwerking met andere Nederlandse IT-organisaties en -verenigingen. Inmiddels is er onder auspiciën van ICIT (Instituut voor certificatie van informatietechnologie) een platform opgericht onder de naam Centraal Overleg Certificering Kwaliteit van Personen in de IT-sector (Cockpit). Dit platform werkt een aantal vormen voor certificering uit, waarbij werkgevers gegarandeerde kwaliteit van de gecertificeerde IT-medewerkers wordt geboden.
 
VRI-model ‘Werkterrein Informatica’