"Dit jaar willen we een omzet halen van één miljard dollar. In het jaar 2000 moet die omzet zijn verdubbeld. Dan willen we op de lijst van grootste softwareleveranciers zijn opgestoomd naar de vijfde plaats door Novell, Sybase, Adobe en Informix te passeren", verklaarde Joe Nathan, ‘president’ en ‘coo’ van Compuware op de Europese Uniface-gebruikersconferentie.
Het vlaggenschip Uniface moet een belangrijke bijdrage leveren aan die krachtsinspanning van Compuware, die vorig jaar met 7000 medewerkers een omzet realiseerde van 840 miljoen dollar.
Drie jaar geleden nam Compuware Uniface over en voegde het ontwikkelplatform toe aan de eigen productset, bestaande uit tools voor netwerk- en systeembeheer en test- en implementatiesoftware. De afgelopen jaren is ervoor gezorgd dat de producten kunnen samenwerken, zodat Compuware nu claimt de gehele lifecycle van een applicatie te ondersteunen.
Nieuwe versie Uniface
Op de Europese gebruikersconferentie in London die vorige week door bijna vijfhonderd mensen werd bezocht, annonceerde Compuware een nieuwe release van Uniface. Met deze nieuwe versie (7.2) die in november beschikbaar komt en ‘web-enabled’ zal zijn, zet Compuware een volgende stap op weg naar de omvorming van Uniface tot een ‘applicatie assemblage’-omgeving. De nieuwe generatie Uniface is een omgeving waarin applicaties kunnen worden samengesteld op basis van componenten die met verschillende tools en talen, zoals Java, Cobol, RPG, C++, Visual Basic of Uniface, zijn gebouwd. Compuware levert faciliteiten zoals een ‘assembly workbench’ en een Object Repository Api, waarmee derde partijen rechtstreeks van en naar de Uniface-repository kunnen lezen en schrijven. Voor de componenten die met Uniface worden gebouwd, stellen zowel Uniface als partners zogeheten ‘building blocks’ beschikbaar.
Onderhoud
Cruciaal is de beschikbaarheid van de Universal Request Broker (URB) die ervoor zorgt dat de verschillende componenten met elkaar kunnen communiceren. Het onderhouden en wijzigen van de applicaties wordt er sterk door vereenvoudigd: het is slechts een kwestie van oude componenten verwijderen en nieuwe invoegen. Een volgende stap in de productontwikkeling is volgens Frank Slootman, als vice-president binnen Compuware verantwoordelijk voor de Uniface-productlijn, het toevoegen van zogeheten BPO’s (Business Process Objects). Daarin zijn specifieke bedrijfsprocessen en bijbehorende werkstromen geïntegreerd met de applicatie-ontwikkeling. Ook niet-IT-mensen kunnen dan applicaties bouwen door eenvoudigweg een aantal BPO’s te verzamelen. Slootman verwacht dat release 8 van Uniface, waarmee deze vorm van applicatie-ontwikkeling mogelijk is, in de tweede helft van 1998 beschikbaar komt.
Jim Simur, die bij de Gartner Group speciaal de markt van Enterprise Application Development in de gaten houdt, hield zijn gehoor voor, dat softwarehuizen die in staat zijn BPR, workflow en applicatie-ontwikkeling te koppelen, de toekomst hebben. Hij rekent IBM, Forte en Texas Instruments (nu Sterling) tot de koplopers en Compuware tot de groep bedrijven die zeker een kans maken tot die kopgroep toe te treden.
Uniface-specialisten
De ontwikkelafdeling van Uniface bevindt zich in Amsterdam. Er werken zo’n 250 mensen onder leiding van Slootman. Sinds de overname door Compuware is het laboratorium losgekoppeld van het reilen en zeilen van de Nederlandse vestiging, die 110 medewerkers telt en volgens directeur Feico Alkemade een gezonde omzet- en winstontwikkeling kent. Alkemade constateert, ondanks de inzet van Pion-opleidingen, wel een tekort aan Uniface-specialisten. Om die reden was Compuware geïnteresseerd in de overname van het failliete Multihouse, waar enkele tientallen Uniface-specialisten werken. De besprekingen zijn niet doorgegaan, omdat Sanderink Beheer met een bod kwam, dat overigens met 70 cent per aandeel fors lager lag dan waarover Compuware wilde onderhandelen.