Het kabinet buigt zich binnenkort over ‘Actieplan electronic government’ van de coördinerend minister voor overheidsinformatievoorziening Roger van Boxtel. Het plan moet het gebruik stimuleren van ict om zowel de dienstverlening aan burgers en bedrijven als het intern functioneren van de overheid te verbeteren.
Hiermee zet Van Boxtel het beleid van zijn voorganger Jacob Kohnstamm voort.
Van Boxtel noemde vorige week tijdens de viering van het tienjarig bestaan van Het Expertise Centrum (HEC) enkele uitgangspunten. Overheidsdiensten moeten in elektronische vorm minstens van gelijke kwaliteit zijn en hoogstens hetzelfde kosten als in traditionele vorm. Ook moet de burger kunnen kiezen tussen elektronisch of traditioneel. Verder geldt vertrouwelijkheid als randvoorwaarde.
De burger moet kunnen nagaan welke data over hem zijn verzameld en deze kunnen te controleren en rectificeren. De private sector levert infrastructuur, terwijl de overheid daarop diensten aanbiedt. Ten slotte onderstreepte Van Boxtel het belang van integratie vanbackoffice-activiteiten; elektronische dienstverlening is meer dan ‘één loket’.
Met ‘electronic government’ bouwt Van Boxtel voort op de fundamenten die Kohnstamm in 1995 in de nota ‘Terug naar de toekomst’ (Bios-3) heeft gelegd. Van Boxtel gaf aan dat zijn projecten in deze kabinetsperiode ’tot aanwijsbare resultaten’ moeten leiden. Die projecten hebben betrekking op een beperkt aantal thema’s, waaronder ‘een goede elektronische toegankelijkheid van de overheid’ en ‘betere publieke dienstverlening’. Verder moet de interne bedrijfsvoering met ict en met gegevensuitwisseling tussen overheidsinstellingen te verbeteren zijn.