Bedrijven moeten lef tonen om ICT uit de kostensfeer te halen en een prominente plaats te geven in het commerciële centrum van de organisatie. Elektronische handel kan hiervoor de drijfveer zijn. De doorbraak van het elektronisch zakendoen vindt echter pas na het jaar 2000 plaats.
Dit concludeert Moret Ernst & Young in het jaarlijks onderzoek Trends in ICT 1999. Centraal daarin staan trends en ontwikkelingen in de Nederlandse Informatie Communicatie Technologie-markt. Volgens de onderzoekers komt elektronische handel langzaam maar zeker op gang. Op dit moment is nog maar een kleine minderheid van de bedrijven hier actief mee bezig. Ze gebruiken dit met name voor business-to-business-verkoop- en distributieverkeer.
Aanjager
Moret verwacht dat na 2000 elektronische commercie echt big business wordt. Dan komt er flink wat geld voor vrij. Van de bedrijven die het nu gebruiken, verwacht 73 procent in 2001 meer dan 5 procent van hun omzet uit dit nieuwe distributiekanaal te halen. Nu haalt ongeveer 30 procent zo’n omzetpercentage uit e-handel. Bedrijven zullen met behulp van elektronische handel op zoek gaan naar nieuwe zakelijke mogelijkheden, producten en diensten. Dan zullen er spannende veranderingen plaatsvinden en wordt ICT de grote aanjager van zakelijke successen. Momenteel is dat nog niet het geval. Bij de meeste bedrijven is ICT nog steeds een middel om de efficiency en effectiviteit van het bedrijf te verbeteren. Zo is het beleid ten aanzien van Internet vrijwel uitsluitend operationeel gericht. De ICT-manager toont zich bovendien vooral reactief als het gaat om nieuwe ideeën.
Creativiteit
Moret raadt aan het ICT-beleid weg te halen uit de financiële hoek. De nieuwe ICT-manager zou een plaats moeten krijgen in de directie, naast de financiële verantwoordelijke. In de spannende tijden na 2000 wordt het voor de ICT-directeur tijd zich meer op bedrijfsgerichte zaken te concentreren dan op de technologie. Tijdens de presentatie spraken de Moret-onderzoekers de verwachting uit dat Lucky Luke (‘de zakelijke manager’) het op termijn zal winnen van Willy Wortel (‘de technische manager’).
Folderkast
Verder stelt het adviesbureau voor om Internet op de agenda van de Raad van Bestuur te plaatsen. Momenteel gebeurt dat nog niet. Het wordt door de meeste bedrijven benaderd vanuit de invalshoek ‘als ik maar zichtbaar ben op het net’. De meeste bedrijven beperken zich daarom tot het plaatsen van foldermateriaal. De kwaliteit van de elektronische folderkast is echter beneden peil, stelt Moret. Maar gelukkig gaat een aantal bedrijven al wat verder en bieden zij mogelijkheden tot transacties.
Het merendeel van de zakelijke gebruikers toont zich niet tevreden over de infrastructuur en de aanbieders. Zij vinden dat de overheid een grotere rol moet spelen bij en meer geld moet steken in de opbouw van een netwerk voor zakelijk verkeer.
Aarzelingen
Tevens blijkt uit het onderzoek dat video-conferencing nog weinig voet aan de grond heeft gekregen. Ook multimedia-systemen kennen een aarzelende start. Zakelijke gebruikers willen er nog niet in groten getale aan.
Groupware ontwikkelt zich geleidelijk. Elektronische post is nu vrijwel overal ingeburgerd. Alleen de overheid blijft achter. De overige toepassingen die onder de noemer groupware vallen, blijven met eerbied op afstand. Er is nauwelijks een verschuiving in het gebruik van groupware-functies waar te nemen. Gemiddeld gebruikt men er twee. Het gebruik van de elektronische agenda en discussiegroepen laat een lichte stijging zien. Hetzelfde geldt voor het aantal bedrijven dat belang hecht aan groupware voor zijn bedrijfsprocessen.
Telewerken slaat ook nog steeds niet aan. Het aantal bedrijven dat de mogelijkheid tot telewerken biedt, is vergeleken met vorig jaar zelfs gedaald.