De antitrustzaak tegen Microsoft gaat een nieuwe fase in. Morgen moeten beide partijen – het Amerikaanse ministerie van Justitie en Microsoft – de documenten overhandigen waarin ze hebben aangegeven welke feiten in het proces naar voren zijn gekomen die in hun ogen belangrijk zijn voor het door de rechter te vormen eindoordeel.
Deze documenten – officieel genaamd ‘findings of facts’ – geven de partijen de kans om hun visie op de zaak te geven, onderbouwd met feiten uit de getuigenverhoren, én om de argumenten van de tegenpartij te weerleggen. De documenten vormen de basis van de door beide partijen uit te spreken slotpleidooien, op 21 september. Het ultieme doel is echter om rechter Thomas Jackson zover te krijgen dat hij delen van de documenten gebruikt in de door hem geschreven samenvatting van de zaak. Ingewijden verwachten die samenvatting tegen het eind van dit jaar. De definitieve uitspraak zal volgens dezelfde ingewijden op z’n vroegst begin volgend jaar plaatsvinden.
Microsoft zal in de documenten vooral benadrukken dat de Amerikaanse overheid er niet in is geslaagd te bewijzen dat het handelen van het bedrijf heeft geleid tot schade bij klanten. Verder zal het bedrijf van Bill Gates stellen dat het niet kan worden beticht van illegale praktijken in de concurrentieslag met Netscape en zal het bestrijden dat het browsersoftware gratis in Windows 95 heeft geïntegreerd om Netscape’s marktpositie te ondermijnen.
Het ministerie van Justitie zal daar, gesteund door de inhoud van enkele emailtjes, tegenover zetten dat Microsoft honderden miljoenen dollars heeft geïnvesteerd in de ontwikkeling van Internet Explorer, om die software vervolgens gratis weg te geven toen Netscape een bedreiging bleek te zijn voor de verkoop van Windows. Het ministerie zal daarbij één van Microsofts vice-presidenten citeren. Paul Maritz schijnt namelijk in een onbewaakt ogenblik te hebben gezegd: "We gaan Netscapes luchttoevoer afsnijden. Alles wat zij proberen te verkopen, zullen wij gratis weggeven." Microsoft ontkent overigens in alle toonaarden dat Maritz die uitspraak ooit heeft gedaan.
Overigens zijn beide partijen ook buiten de rechtbank met elkaar in gesprek. Het is daarom nog steeds mogelijk dat zij onderling een regeling weten te treffen. In dat geval hoeft de rechter wellicht geen uitspraak te doen.