Microsoft heeft deze week zijn tegenvoorstel ingediend in de antitrustzaak van het Amerikaanse ministerie van Justitie. De softwaremonopolist stelt rechter Thomas Penfield Jackson een reeks strafmaatregelen voor die niet alleen aanmerkelijk minder ver gaan dan de strafeisen van de aanklagers. Het Microsoft-voorstel voorziet ook in het verder rekken van de langlopende rechtszaak.
Het tegenvoorstel bestaat uit drie delen, te weten een weerlegging van de strafeis van Justitie, milde straffen die het omstreden zakelijk gedrag aan banden moeten leggen, en een reeks procedurele verzoeken om uitstel. Het eerste element is niet verbazingwekkend; Microsoft blijft ontkennen dat het enige wetten heeft geschonden. Deze houding was er al oorzaak van dat de schikkinggesprekken onder toezicht van rechter Richard Possner na vier maanden op niets zijn uitgelopen.
Eigen straf
Het tweede element, de strafmaatregelen, bestaat uit een viertal punten. Ten eerste stelt de softwareleverancier een verplichting voor om applicatie-ontwikkelaars tijdig te voorzien van informatie over Windows die zij nodig hebben om hun producten te ontwikkelen. Deze informatie behelst open toegang tot de api’s (application program interfaces) van het besturingssysteem alsook een beperkt deel van de broncode.
Als tweede strafmaatregel is Microsoft bereidt PC-fabrikanten toe te staan wijzigingen aan te brengen in het uiterlijk (het bureaublad) en de startsequentie van Windows. Ook wil Microsoft een uitvoering van Windows leveren waarbij de omstreden Internet Explorer-webbrowser voor de eindgebruiker is verborgen. De leverancier houdt nog altijd vol dat die applicatie een integraal onderdeel is van het besturingssysteem en dus niet kan worden verwijderd. Dit ondanks het feit dat dit in de rechtbank is weerlegd door Justitie nadat Microsoft zichzelf in de vingers sneed met een vervalste videodemonstratie die juist moest aantonen dat Windows zonder Explorer niet functioneert.
Tot slot stelt de softwareproducent een verbod voor op het sluiten van exclusieve, beperkende overeenkomsten met IT-bedrijven. Die ondernemingen mogen dus niet meer contractueel verplicht worden Microsoft-producten te bevoorrechten bij het aanprijzen, dan wel leveren.
Lange adem
Het bedrijf wil de zaak uitvechten op de lange adem. Dit bleek al eerder uit het vastlopen van de schikkingpogingen maar komt nu overduidelijk aan het licht middels het laatste onderdeel van Microsofts reactie op de eisen van Justitie. In dat derde deel vraagt de softwarefabrikant meer tijd voor het opstellen van de verplichte richtlijnen voor de door Justitie geëiste splitsing.
Daarnaast eist de softwaremonopolist ook uitstel om nieuwe beschuldigingen van Justitie te bestuderen die zijn ingediend na het afsluiten van de rechtszaak. Het ministerie begeleidde zijn opdelingseis namelijk met beschuldigingen dat Microsoft zijn omstreden antitrustgedrag gewoon voortzet. Specifieke voorbeelden zijn de concurrentie op het gebied van handcomputers tegen Palm en de strijd om de servermarkt. In beide gevallen zou Microsoft misbruik maken van zijn PC-monopolie middels hechte integratie met het eigen desktopbesturingssysteem. Het bedrijf laat weten hoe dan ook nog in beroep te gaan.