Gemiddeld verdient een automatiseerder in Nederland per jaar 88.600 gulden. 37 Procent heeft een bruto jaarinkomen van minder dan 75.000 gulden.
Aan scholing besteden automatiseerders gemiddeld 6,1 procent van hun tijd. Dit blijkt uit ‘Survey Dutch Ict Market’ (DIM), vorige week gepubliceerd door VNU Business Publications.
Het onderzoek is uitgevoerd door onderzoeksbureau Interview, dat voor het overzicht 914 ICT’ers ondervroeg. DIM is de opvolger van het Branche-onderzoek Automatiseringsmarkt (BAM) dat sinds 1984 iedere twee jaar door VNU werd uitgevoerd. De opzet van DIM wijkt af van die van BAM; de resultaten van de twee zijn niet zonder meer te vergelijken. Toegevoegd zijn onder meer mensen die minstens 50 procent van hun tijd aan automatisering besteden. Bij BAM was dat 75 procent van de tijd. Tot de doelgroep behoren nu ook mensen die minstens 25 procent van hun tijd kwijt zijn met automatisering en zeer nauw betrokken worden bij beslissingen over de aanschaf van producten en diensten.
De groep van automatiseerders is behoorlijk gegroeid. In 1994 telde Nederland zo’n 106.000 automatiseerders, in 2000 zijn het er zo’n 234.000. Dit getal bepaalde Interview na een telefonisch onderzoek onder ruim 15.000 Nederlanders van 15 jaar en ouder.
De automatiseringsbranche is zelf de grootste werkgever; 46,6 procent van de automatiseerders werkt bij een ICT-bedrijf. Hierbij zijn softwarehuizen de grootste werkgever (9,9 procent). Op de tweede plaats komen advies- en detacheringbureaus (8,7 procent), gevolgd door systeemhuizen (7,5 procent).
De volgende grote sector is de overheid: ruim 10 procent van de automatiseerders werkt hierbij. De bouw neemt 9 procent van de automatiseerders voor zijn rekening, meer nog dan de financiële instellingen, die 7,6 procent in dienst hebben. In de handel en groothandel werkt slechts 3,7 procent van de ict’ers. Helemaal achteraan komen de transport- en opslagbedrijven met 3 procent.