KPN gaat in beroep tegen staat en Opta

KPN gaat in beroep nadat zijn eisen voor het grootste deel niet ontvankelijk zijn verklaard in het kort geding tegen de Staat (Economische Zaken en NMa) en de Opta. De zaak ging om oneerlijke behandeling van de voormalig staatsmonopolist tegenover kabelmaatschappijen.

De voorzieningenrechter van de rechtbank te Den Haag heeft KPN vanmorgen niet ontvankelijk verklaard. Het bedrijf heeft afdoende mogelijkheden om besluiten van de Opta en NMa in beroep voor rechtbanken aan te kaarten, luidt het vonnis samengevat.

Enkele van die beroepen lopen nog, bijvoorbeeld tegen marktanalysebesluiten van de telecomwaakhond. KPN heeft beroep ingesteld bij het CBb. Dit biedt volgens de rechter 'onbetwist een met voldoende waarborgen omklede rechtsgang'.

Ook is er de mogelijkheid van een voorlopige voorziening als KPN op korte termijn slachtoffer dreigt te worden van een besluit. Het heeft ook daarvan gebruik gemaakt. Er is dus geen reden voor een civiele rechtsgang via een kort geding tegen het beleid van EZ in het algemeen en de uitvoering van de regelgeving door Opta en NMa in het bijzonder.

Volgens de rechter ging het in deze zaak vooral om de marktanalysebesluiten van Opta. KPN heeft volgens hem geen argumenten naar voren gebracht waarmee het aantoont dat de waakhond met deze analyses onrechtmatig heeft gehandeld. Integendeel, de organisatie gaat niet gefragmenteerd te werk in het nadeel van KPN, oordeelt de rechter.

EZ en Opta zijn tevreden met het vonnis. Ook ACT, de club van KPN-concurrenten, is blij met het vonnis, omdat het bevestigt dat adequate regelgeving nodig is.

KPN gaat in hoger beroep tegen de uitspraak van de Haagse rechtbank. "KPN had geen andere keus dan het aanspannen van een kort geding tegen de Staat, omdat de vele en versnipperde bestuursrechtelijke procedures bij NMa, Opta en de bestuursrechter geen gelegenheid bieden om de kwestie van de ongelijkheid bij een rechter tot een uitspraak te brengen. KPN blijft van mening dat die ongelijkheid bestaat en zal dit in hoger beroep opnieuw trachten aan te tonen.