Half november brachten vijf partijen een gesloten bod uit op een exclusieve public access mobile radio-vergunning (pamr) tot 2020 voor data- en spraakdiensten. NoZeMa won met een bod van 5,1 miljoen euro. Na de overname door KPN is onduidelijkheid ontstaan over de plannen met pamr, omdat die onderneming halverwege 2004 aankondigde te stoppen met de analoge variant Traxys.

Public access mobile radio is een elektronisch communicatienetwerk voor mobiele communicatie. Het is ontworpen voor gebruik van zowel spraak als (breedband)data. Het is vooral bedoeld voor besloten gebruikersgroepen. Denk aan groepen als openbaar vervoer, taxi’s en beveiliging, waarbij professionele communicatie vereist is, ook in noodsituaties waarbij publieke gsm- en gprs-netwerken het door overbelasting kunnen begeven.
De pamr-vergunning is gebaseerd op het gebruik van de 450-470 MHz-frequentieband, waarvoor een pamr-cdma-variant (code division multiple access) is ontwikkeld. Vanwege de lage frequentie zijn minder cellen nodig om een groot bereik te realiseren, waardoor de dienst relatief goedkoop te implementeren is (men spreekt over eenderde van de kosten van umts in een 2 GHz-band). Deze frequentie wordt vanwege de lage kosten ook gebruikt voor gsm en WiMAX in Oost-Europa en ontwikkelingslanden. Het nadeel van de lage frequentie is dat de capaciteit voor breedband beperkt is.
Veel onrust
Omdat pamr technisch gezien veel raakvlakken heeft met umts protesteerden telecombedrijven aanvankelijk bij het Agentschap Telecom, dat in naam van de overheid de vergunning veilde. Aangezien de umts-vergunningen met een totale opbrengst van 2,7 miljard euro duur verkocht zijn, vonden ze het oneerlijk wanneer de pamr-vergunning beduidend goedkoper zou zijn. Een groot verschil met umts is dat pamr alleen ingezet mag worden voor besloten gebruikersgroepen – maar wat is de definitie daarvan? Uit vragen die potentiële bieders van tevoren konden stellen bleek dat veel onrust bestaat over die definitie en het toezicht op de vergunninghouder.“
Wij hebben erop gehamerd om de definitie van een besloten gebruikersgroep zo helder mogelijk op te nemen in de licentie”, zegt Frans van den Dool, principal consultant bij Verdonck, Klooster & Associates (VKA), die het rapport over pamr voor het Agentschap Telecom schreef. “Gebruikers moeten onderling een duurzame professionele relatie hebben. Zij moeten bovendien een communicatiebehoefte hebben die voortvloeit uit het gemeenschappelijke belang dat aan deze duurzame relatie ten grondslag ligt. Een gebruikersgroep die uitsluitend in het leven is geroepen om elektronische communicatiediensten af te nemen voldoet niet aan de definitie van gesloten gebruikersgroep.”
Te weinig klandizie
KPN was al jaren actief met een analoog pamr-netwerk voor besloten gebruikersgroepen onder de naam Traxys. Dat was een puur op spraak gericht landelijk netwerk voor mobilofoon- en portofoonverkeer. Het concern kondigde halverwege 2004 aan dat het de dienstverlening via het Traxys-netwerk eind 2004 wilde beëindigen. Het aantal klanten en de inkomsten zouden niet langer hoog genoeg zijn om het netwerk en de bijbehorende dienstverlening in stand te houden.
“Dat besluit was legitiem”, onderschrijft Van den Dool. “De kosten om de hoge betrouwbaarheid te kunnen garanderen waren fors en het aantal gebruikers liep terug vanwege gsm en gprs.” KPN adviseerde bestaande klanten dan ook om over te stappen naar zijn gsm- en gprs-netwerk. Desondanks bracht het opheffen van de dienst veel klanten in problemen. Op verzoek van de overheid en een groot aantal cliënten besloot de telco dan ook het netwerk operationeel te houden tot eind 2005 (zij het voor aanzienlijk meer geld), zodat er voldoende tijd zou zijn om over te stappen op een ander communicatienetwerk. Een aantal klanten stapte over op gsm en gprs. Sommige besloten een eigen pmr-netwerk (private mobile network) te bouwen.
Concurrenten
De Belgische Traxys-concurrent Entropia speelde in op de vraag vanuit Nederland. In 2004 vroeg de onderneming een vergunning aan om een pamr-netwerk op basis van MPT-1374-technologie te bouwen. Dat is dezelfde technologie als Traxys gebruikt, maar op een moderner netwerk. Entropia schatte dat het ongeveer de helft van de 22 duizend Traxys-gebruikers zou kunnen overnemen wanneer het een eigen pamr-alternatief kon aanbieden. Het bouwen van een volledig netwerk zou echter achttien maanden duren, waardoor veel klanten al op een andere dienst overgestapt zouden zijn. Een gesprek met KPN over een mogelijke overname van de Traxys-klanten liep op niets uit.
Momenteel heeft Entropia landelijke dekking in Nederland en België gerealiseerd, op Groningen en Friesland na. Volgens Bart Janssens, sales- en marketingmanager Benelux van Entropia, biedt de dienst met spraak en data het beste van beide werelden: “We werken met een op ip gebaseerd netwerk. De overdracht tussen mobilofoon en het netwerk is analoog, de rest is digitaal. Het voordeel van een analoog signaal is dat dit het langer uithoudt in een omgeving met slecht bereik, zoals een geïsoleerd gebouw. Met analoog wordt de verbinding weliswaar slechter van kwaliteit, maar communicatie is langer mogelijk.” Van den Dool stelt dat dit weliswaar klopt, maar het verschil met digitale diensten in dezelfde frequentieband in de praktijk niet groot is.
RAM Mobile Data biedt onder de naam Mobitex pamr-diensten op het gebied van data in zowel Nederland als België. De dienst richt zich vooral op een hoge betrouwbaarheid. Daar is bij het netwerkontwerp en de technologiekeuze rekening mee gehouden. Daarnaast richt deze onderneming zich meer en meer op gprs-diensten.
C2000
De pamr-markt staat niet alleen onder druk door de opkomst van gsm en gprs, maar krijgt ook te maken met indirecte concurrentie van de overheid. C2000 is opgezet voor communicatie voor de openbare orde en veiligheid. De marechaussee en politie-, brandweer- en ambulancediensten gebruiken de dienst. De commerciële netwerken van Traxys, Mobitex en Entropia hebben daardoor veel klandizie verloren. Los daarvan gaan momenteel stemmen op om ook bepaalde commerciële instellingen, zoals beveiligingsbedrijven, gebruik te laten maken van de dienst. Dat speelt nog in mindere mate voor Nederland, maar leeft vooral in België, waar de dienst Astrid heet. Aangezien C2000 en Astrid zijn opgezet met overheidsgeld zou dat een vorm van oneerlijke concurrentie zijn, claimen zowel Mobitex als Entropia.
NoZeMa-plannen
Het is onduidelijk welke plannen NoZeMa heeft met de pamr-vergunning. Kortgeleden liet Erik Lucas (verantwoordelijk voor draadloos internet, frequentieplanning en ‘datacasting’ bij NoZeMa) weten meer heil te zien in pamr dan in bijvoorbeeld WiMAX 802.16e, dat nog lang niet beschikbaar is. Volgens Peter Groot van RAM Mobile Data moet NoZeMa wel over een ijzersterke zakelijke rechtvaardiging beschikken. “Ik vind de 5,1 miljoen die ervoor neergeteld is vrij fors, temeer als je bedenkt dat er ook nog een compleet nieuw netwerk door heel Nederland moet worden aangelegd.” Het VKA-rapport is ook niet uitgesproken positief. Het ziet ruimte voor maximaal twee pamr-aanbieders in Nederland, waarbij de zakelijke rechtvaardiging voor nieuwkomers onzeker is. Kansen liggen vooral in pamr-data, met het aanbieden van qos (quality of service), eventueel gecombineerd met spraakdiensten. Over de concrete plannen van NoZeMa weidt Lucas niet uit. “Nu KPN ons overgenomen heeft is een nieuwe situatie ontstaan.” Ook KPN wil maar weinig loslaten, maar erkent bij monde van Marinus Potman dat de overname van NoZeMa puur te maken had met digitale televisie. Het is nog niet bekend wat het concern met de pamr-vergunning gaat doen. Mogelijk krijgt NoZeMa de kans om de bestaande plannen uit te voeren, met expertise van KPN, waarbij een debacle als Traxys voorkomen moet worden.