Uit onderzoek van IDC blijkt dat in 2008 het aantal verkochte virtuele machines het aantal fysieke servers heeft overtroffen. Daarnaast heeft het onderzoeksbureau berekend dat het aantal virtuele machines per gevirtualiseerde server de komende jaren zal groeien van 5,59 in 2008 naar 6,27 in 2013.
Het recente onderzoek van IDC werd gedaan in zestien West-Europese landen, waaronder Nederland. Het onderzoek laat zien wat de impact van virtualisatie op de servermarkt is. In 2008 zijn er meer virtuele machines verkocht dan fysieke servers. Door de economische crisis zullen de hardware-uitgaven in 2009 fors minder zijn waardoor het verschil tussen virtueel en fysiek alleen maar verder op zal lopen. IDC verwacht dat dit verschil in 2013 rond het miljoen zal zijn.
Dalletje
Het aantal verkochte fysieke servers blijft de komende jaren nagenoeg gelijk. Sterker nog, tot 2013 klimt de servermarkt uit het dalletje dat veroorzaakt wordt door de economische crisis in 2009. Wel zal het aantal verkochte servers dat standaard uitgerust wordt met een virtueel systeem stijgen. In 2008 bedroeg dat percentage nog ruim 18 procent, IDC verwacht dat dit in 2010 bijna 21 en in 2013 zelfs 23 procent zal zijn.
‘Virtualisatie is dus in opmars’, meent Giorgio Nebuloni, analist bij IDC. ‘Vorig jaar is zelfs voor de eerste keer ooit het aantal verkochte virtuele machines de twee miljoen gepasseerd. Dit komt vooral doordat het x86-deel van de servermarkt virtualisatie is gaan omarmen.’ Virtualisatie-expert Bert Bouwhuis, cto bij Triple P en fervent virtualisatieblogger op EarlyBert.com, nuanceert de bevindingen van IDC enigszins. ‘Deze cijfers zijn logisch en zijn een direct gevolg van de steeds krachtiger wordende servers. Door het gebruik van multicore kunnen er gewoon meer virtuele machines op een server. De fysieke hardware wordt dus steeds efficiënter gebruikt. Dat de x86-markt virtualisatie is gaan omarmen is ook logisch; er zijn gewoonweg meer virtualisatie-oplossingen voor die markt. Bovendien is dit in aantallen gezien het grootste marktsegment. Ik denk dat uiteindelijk bijna alle x86-servers gevirtualiseerd gaan, voor de risc-architecturen en de mainframes zal dit veel minder het geval zijn.’
Overheid en onderwijs
Virtualisatie is nog steeds vooral weggelegd voor de grotere bedrijven met meer dan vijfhonderd medewerkers. Desondanks zet ook het mkb steeds vaker virtualisatie in. Volgens IDC worden gevirtualiseerde servers momenteel vooral aangeschaft door overheids- en onderwijsinstellingen. 24,6 procent van alle 500+-bedrijven houdt zich bezig met virtualisatie tegenover 15,8 procent van de bedrijven tussen de honderd en vijfhonderd medewerkers en 7,9 procent van alle bedrijven met minder dan honderd werknemers. Voor de overheidsinstellingen is het gebruik van virtualisatie 18,5 procent tegenover 12,5 procent van de onderwijsinstellingen.
Dat het mkb qua virtualisatie achterblijft bij de grotere bedrijven komt voor Bouwhuis niet als een verrassing. ‘De reden om tot virtualisatie over te gaan was voorheen vooral consolidatie. Grote bedrijven hebben nou eenmaal meer servers, wanneer je minder dan tien servers hebt had virtualisatie helemaal geen zin. Tegenwoordig willen bedrijven met virtualisatie hun beschikbaarheid verhogen en het beheer eenvoudiger en goedkoper maken. Dan raakt het mkb ook al snel geïnteresseerd omdat zij ook op zoek zijn naar die flexibiliteit.’ Dat IDC de overheids- en onderwijsmarkt bij dit onderzoekt specifiek belicht bevreemdt Bouwhuis wel. ‘Virtualisatie is horizontaal en kan in alle markten worden ingezet.’
Technologische groei
In 2008 werd er in West-Europa ongeveer 2,8 miljard euro uitgegeven aan virtualisatie. In 2007 was dit nog ruim 2,4 miljard euro. Naast de omzetgroei in de virtualisatiemarkt verwacht IDC ook een technologische groei voor de komende jaren. Zo bestond een gevirtualiseerde server in 2008 nog gemiddeld uit 5,59 virtuele machines, de komende jaren stijgt dit door van 5,72 in 2009 tot aan 6,27 in 2013.