Bij drie leveranciers van Apple zijn vorig jaar elf te jonge kinderen aan het werk gezet om producten als de iPod, de iPhone en Macintosh-computers te maken. Dat heeft Apple zelf bekendgemaakt na een audit van 102 fabrieken.
‘Apple ontdekte drie fabrieken die vroeger 15-jarige arbeiders hadden ingezet in landen waar de minimumleeftijd voor arbeid 16 jaar is’, schrijft de fabrikant zelf in een rapport. De arbeiders waren op het moment van de audit niet langer in dienst.
De kinderarbeid is niet de enige overtreding die Apple vaststelde. In drie gevallen werden documenten vervalst om kinderarbeid te verdoezelen en in meer dan zestig vestigingen moesten werknemers te veel werken. Voorts betaalden 24 partners van Apple minder dan het minimumloon en gaven 57 bedrijven niet alle afgesproken voordelen.
Apple beëindigde de samenwerking met minstens één leverancier na herhaalde inbreuken en onvoldoende maatregelen om de problemen aan te pakken.
Het Amerikaanse bedrijf noemt geen namen van bedrijven. Het bezocht vestigingen in China, Taiwan, Thailand, Maleisië, Singapore, Zuid-Korea, Tsjechië, de Filipijnen en de Verenigde Staten.