Nu vliegtuigen meer afhankelijk zijn van computers dan van vleugels wordt hun software met argusogen in de gaten gehouden. Zo heeft de FAA, de Amerikaanse luchtvaartautoriteit, gevraagd om de software in de Boeing 777 zo snel mogelijk bij te werken.
Een aantal keren bleek dat wanneer de automatische piloot per ongeluk werd ingeschakeld voor het opstijgen, de piloten een grote weerstand ondervonden om van de grond los te komen. Dat zou als gevolg kunnen hebben dat ze alsnog de start afbreken, maar met een te hoge snelheid om nog tijdig, voor het einde van de startbaan, tot stilstand te komen.
Hoe ernstig zo’n ‘overrun’ kan zijn, herinnert iedereen zich nog wel van het ongeval in 2008 met een Boeing 747-vrachtvliegtuig op het Belgische Zaventem. Wat het probleem met de software prangend maakt, is dat de tijdspanne waarin piloten op dat ogenblik een beslissing moeten nemen letterlijk niet groter is dan enkele seconden. De kans is dan ook groot dat de verplichting voor het bijwerken van de software tevens voor andere landen dan de VS zal gelden.
Vliegtuigtypes zijn overigens wel vaker het voorwerp van dergelijke luchtwaardigheidsaanbevelingen of -verplichtingen. De Boeing 777 wordt onder andere gebruikt door KLM en Air France.