De huidige wildgroei aan ict-certificaten maakt het voor opdrachtgevers en werkgevers lastig de waarden van certificaten te beoordelen. Een centraal register voor informatici kan dat oplossen. Dat zegt Leo Arnold, de nieuwe voorzitter van de stichting Nederlands Informatici Register (NIR).
‘Waar we op dit moment tegenaan lopen is dat elk zichzelf respecterende opleiding een eigen certificaat uitbrengt. Het is niet altijd gemakkelijk te beoordelen hoe die certificaten zich tot elkaar verhouden. Onze minimale toelatingseis is een afgeronde informatica-opleiding aan een hogeschool’, antwoordt Arnold op de vraag waarom het voor informatici nodig zou zijn zich in te schrijven als register-informaticus bij NIR.
Half juni is de stichting klaar om te beginnen met het certificeren van informatici als ‘register-informaticus’.
Permanente educatie
Behalve een door NIR gegarandeerd opleidingsniveau, geeft de titel register-informaticus volgens Arnold aan werkgevers en opdrachtgevers meer zekerheden. ‘We stellen niet alleen opleidingseisen, maar register-informatici ondertekenenen ook elk jaar opnieuw een gedragscode. Daarin beloven zij onder meer eerlijkheid en toetsbaarheid en dat ze de ontwikkelingen binnen hun vakgebied blijven bijhouden door relevante opleidingen te volgen.’
Arnold verwacht dan ook dat de belangstelling bij opdrachtgevers en werkgevers voor register-informatici zal groeien: ‘Ik verwacht dat er steeds meer vraag naar zal komen. Vergelijk het met het vak van makelaar: met sommige leden uit die beroepsgroep wil je liever geen zaken doen. Ook binnen de ict hebben zich excessen voorgedaan. Je wilt toch graag zekerheid dat iemand capabel is.’