De hersteloperatie van Intel dreigt te worden vertraagd, nu Donald Trump het hoofd eist van CEO Lip-Bu Tan. De man die de chipfabrikant na een lange periode van neergang er weer bovenop moet helpen, heeft het volkomen verbruid bij de Amerikaanse president.
Trump stoort zich aan de Chinese connecties van Tan die een half jaar geleden Pat Gelsinger opvolgde. Hij beschuldigt de in Maleisië geboren Intel-topman van belangenverstrengeling. Trump stelt op sociale media dat ‘er geen andere oplossing’ is dan zijn ontslag. En wel onmiddellijk. Trump verwijt Tan de Chinese chipindustrie te veel op het zadel te hebben geholpen. Vier decennia lang investeerde de man, die in de chipwereld bekend staat als ‘Mr. Chip’, in honderden Chinese techbedrijven.
Republikeinen
Terwijl Tan zijn handen vol heeft aan de turn-around bij Amerika’s voormalige chipkampioen, begonnen enkele Republikeinen onlangs zijn positie bij Intel te ondergraven. Blijft Trump vrij vaag over zijn beweegredenen het ontslag van Tan te eisen, senator Tom Cotton is meer concreet.
De Republikein uit Arkansas vond het nodig om een brief naar de Intel board te sturen waarin om opheldering wordt gevraagd over Tan’s banden met Chinese bedrijven. Cotton meent dat deze relaties de veiligheid en integriteit van Intels activiteiten in gevaar brengen. Hij heeft geen vertrouwen meer in Tan, leider van een bedrijf dat in grote mate drijft op Amerikaanse overheidssteun.
Ook stelt Cotton Tan’s rol in een strafzaak tegen Cadence Design aan de orde. Bij die laatste leverancier van software voor het ontwerpen van chips was Tan van 2008 tot eind 2021 CEO. Onder Tan’s leiding verkocht Cadence verboden technologie aan een Chinese universiteit die daarmee militaire en nucleaire simulaties zou doen. Volgens persbureau Reuters heeft Cadence inmiddels schuld bekend en kwam tot een schikking van 140 miljoen dollar.
Geconfronteerd met deze kwesties stuurde Tan afgelopen donderdag het Intel-personeel een nogal vlakke brief. Allereerst stelt hij dat de Verenigde Staten al veertig jaar zijn thuisbasis is. Volgens Tan geniet hij de volledige steun van de Board bij de transformatie van Intel. Verder vindt hij dat er veel misinformatie wordt verspreid over zijn rol bij zijn investeringsmaatschappij Walden International en Cadence. Hij zegt altijd de hoogste juridische en ethische standaarden in acht te hebben genomen.
Durfkapitaal
Volgens persbureau Reuters heeft hij als verschaffer van durfkapitaal investeringen gedaan in honderden Chinese bedrijven, waarvan sommigen banden zouden hebben met het Chinese leger. Het is Amerikaanse burgers overigens toegestaan om belangen te hebben in Chinese bedrijven, tenzij die op een lijst staan van leden van het Chinese militair-industriële complex. Maar Reuters heeft geen bewijs kunnen vinden dat Tan direct heeft geïnvesteerd in een bedrijf dat op die zwarte lijst staat.
In 1993 vroeg de regering in Beijing zijn investeringsmaatschappij Walden het concept van risicokapitaal in het land te introduceren, stelt de Wall Street Journal. Een jaar later richtte Walden een China-fonds op. Walden behoorde tot de eerste investeerders in SMIC, het Chinese antwoord op het Taiwanese TSMC, ‘s werelds grootste chipfabrikant.
Tan zat 18 jaar lang in Board van SMIC en ondersteunde de voortgang die het bedrijf maakt bij de productie van chips. SMIC groeide uit tot China’s grootste chipfabrikant. Ook andere Amerikaanse investeerders knoopten destijds banden aan met China. Ook Nvidia en Qualcomm richtten de blik op China.
Volgens de Britse chipindustrie-analist Patrick Moorhead bedreigt Trump met het ondergraven van Tan’s positie bij Intel de stabiliteit van een belangrijk Amerikaans techbedrijf. Het zou Moorhead niet verbazen dat Tan op een heel ander gebied Trump voor het hoofd heeft gestoten. Een meningsverschil over importtarieven op materialen en componenten die Intel uit het buitenland haalt, is denkbaar.
Overcapaciteit
Ook wil Trump mogelijk druk zetten op Intel om nog meer in Amerika te investeren. Maar Intel kan dat moeilijk doen, nu tal van investeringsplannen te ambitieus bleken. Financieel heeft Intel weinig ruimte. De vraag ligt beneden de verwachtingen. Overcapaciteit ligt op de loer, zo bleek onlangs tijdens een toelichting op de laatste kwartaalcijfers. Door nieuwe chipfabrieken in Duitsland (Maagdenburg) en Polen (Wroclaw) heeft Intel al een streep moeten zetten, terwijl de bouw van een foundry in Ohio wordt vertraagd tot 2030.
Moorhead houdt er eveneens rekening mee dat personeelsreducties bij Intel in de VS kwaad bloed bij Trump hebben gezet. Wereldwijd wacht 24.000 werknemers ontslag, waarvan velen in Amerika. Ook de geringe voortgang bij de onderhandelingen tussen Intel en TSMC over de overname van Amerikaanse ‘foundries’ van Intel kunnen een rol hebben gespeeld.