Prinsjesdag 2025
De wet- en regelgeving rond gegevensbescherming is toe aan een modernisering. Het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) onderzoekt wat er op dit gebied mogelijk is. Het wetsvoorstel Verzamelwet gegevensbescherming is een eerste stap in die richting. Omdat er meer nodig lijkt, verkent het departement een bredere revisie van de Uitvoeringswet AVG (UAVG). Daarbij worden eerdere adviezen betrokken, evenals uitvoeringswetgeving in andere Europese lidstaten. Dat blijkt uit de stukken op Prinsjesdag 2025.
Het ministerie wil genoemde ontwikkelingen op de voet volgen. Contacten hierover zijn gaande met het bedrijfsleven, overheden en de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). Zo kan een groter draagvlak worden verkregen voor nieuw beleid en wetgeving.
Ook het delen van (persoons)gegevens krijgt aandacht, vooral als dat noodzakelijk is voor het functioneren van de overheid en de samenleving. Bijvoorbeeld wanneer bepaalde gegevens nodig zijn voor het uitoefenen van een wettelijke taak. Het ministerie stimuleert om in die gevallen intern binnen de grenzen van de wet gegevens met elkaar te delen.
Waar de wet knelt, onderzoekt JenV of een wetswijziging noodzakelijk is en doet daar in dat geval een voorstel voor. Zo geeft het ministerie gevolg aan de brede oproep om te onderzoeken wanneer gegevensdeling noodzakelijk is, maar nu niet kan plaatsvinden.
Taskforce
Om gegevensdeling te versnellen en toekomstbestendig te maken, heeft JenV een tijdelijke Taskforce Gegevensdeling opgericht. Deze taskforce richt zich op het aanpakken van knelpunten in gegevensdeling op gebieden zoals de georganiseerde en ondermijnende criminaliteit, maar ook op problemen bij gegevensuitwisseling met instanties zoals het UWV en de Belastingdienst. En het ministerie zet in op EU-initiatieven ter vermindering van de regeldruk waar het de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) betreft.
In Nederland testen het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) en KPN een eigen versie van het APS
Verder wil JenV de strafbedreiging van enkele cyberdelicten verhogen. Dit weerspiegelt de ernst van deze feiten én biedt de opsporing meer mogelijkheden om daders op te sporen en criminele activiteiten te verstoren.
Ook werkt het ministerie aan een betere toegang tot digitale gegevens voor opsporing, vooral wanneer deze een grensoverschrijdend karakter hebben. Afgerond wordt de implementatie van de E-evidence-verordening en de bijbehorende richtlijn. Deze verordening maakt het krijgen van digitaal bewijs in opsporingsonderzoeken uit andere EU-lidstaten een stuk efficiënter.
Bad
Daarnaast bereidt het ministerie een meer effectieve aanpak van ‘bad hosting’ voor, zoals Know Your Customer-beleid, meer Europese samenwerking en het verder stimuleren van het Clean Networks-project, ook wel Cleannet Works genaamd. Dit Nederlands initiatief dat richt zich op het bestrijden van internetmisbruik (ook wel ‘abuse’ genoemd) door aanbieders van digitale infrastructuur zoals hostingbedrijven, internetproviders en cloudplatforms
Verder beziet het ministerie hoe in Nederland een ‘Anti Phishing Shield’ (APS) structureel is op te zetten voor alle internetgebruikers. Zo’n beveiligingssysteem beschermt bezoekers van malafide websites die zijn opgezet om persoonlijke gegevens te stelen. In Nederland testen het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) en KPN een eigen versie van het APS, geïnspireerd op het succesvolle Belgische model.
Het ministerie werkt ook aan de nodige richtlijnen en wetgeving gericht op digitalisering. Notarissen moeten de mogelijkheid krijgen meer ambtshandelingen digitaal te verrichten. De rechtspraak maakt het in steeds meer zaakstromen mogelijk om digitaal te procederen.
Gemeenten krijgen in 2026 steun bij online aangejaagde openbare-ordeverstoringen.