Interview | Hester Borm (D66)
Digitale autonomie, regie over eigen data, soevereiniteit en verantwoorde ai van Europese makelij. D66 combineert deze speerpunten in het verkiezingsprogramma met het geven van ruim baan aan innovatieve starters en scale-ups in software. Daarmee onderscheidt de partij zich van het verwante Volt en GroenLinks-PvdA.
Opzet is de techsector handvaten te geven om zo een snellere groei in Europa mogelijk maken. Hester Borm, de ‘hoogst genoteerde’ digitale specialist op de kieslijst (nummer 34) van D66, weet als onderneemster waar startende techbedrijven behoefte aan hebben. Ze is medeoprichter en chief product officer van Aira, een ai-gedreven recruitmentplaform. Vanuit Chili is haar b2b-software-as-a-service actief in het merendeel van Latijns-Amerika. De nadruk ligt op automatisering van werving en selectie.

Als vrouw van de praktijk vindt Borm dat de Europese technologische onafhankelijkheid een duwtje kan gebruiken. D66 zet vol in op innovatie. De partij wil dat Nederland koploper wordt als land op het gebied van digitale zaken en een voedingsbodem creëren voor de economie van de toekomst.
Een onderdeel hiervan kan het zogenoemde 28ste regime zijn. Hiermee kunnen ai-bedrijven onder een geharmoniseerd Europees stelsel opereren, zonder de nationale regels te vervangen. Volgens Borm scheelt zo’n pan-Europese rechtsvorm voor bedrijven in alle 27 EU-landen veel tijd. Ondernemers kunnen zo beter hun bedrijf uitbouwen in plaats van allerlei zaken te regelen die voortkomen uit onderlinge verschillen in wet- en regelgeving. Nationale barrières vormen nu nog te vaak voor onnodige drempels voor innovatie.
Halfgeleiderindustrie
D66 zet ook vol in op een krachtige nationale en Europese ict-sector. De halfgeleiderindustrie is nog extra te versterken, bijvoorbeeld door de productie van computerchips op te voeren.
D66 gaat zich ook hard maken voor een Digitale Dienst bij de Rijksoverheid. Nu zijn alle departementen zelf verantwoordelijk voor de manier waarop ze digitalisering organiseren. Dat is inefficiënt, stelt Borm. Door hier één orgaan voor aan te wijzen, kan de overheid sneller leren, best practices ontwikkelen en opschalen. Stapsgewijs dient er op den duur een centrale dienst te komen onder een eenhoofdige leiding met een gezamenlijke aanpak.
De it van de Belastingdienst zou daar onder kunnen vallen, evenals bijvoorbeeld Logius en SSC-ICT. Bij het inkoopbeleid kunnen deze diensten gezamenlijk optrekken. D66 hangt het principe aan van ‘opensource, tenzij’. Alleen als software onvoldoende voldoet aan bepaalde functie-eisen is daarvan af te wijkenn. Borm ziet ook graag dat dat zo’n centrale Digitale Dienst gebruikmaakt van EuroStack, nu nog een industrieel beleidsplan maar straks Europa’s digitale infrastructuur.
Het D66-verkiezingsprogramma staat voor democratische grip
Daar past ook MijnBureau bij, een persoonlijk digitaal dashboard voor burgers. Die krijgen inzage in welke overheidsdiensten iemands data gebruiken, met de mogelijkheid om instellingen te beheren, zoals toestemming, correcties of bezwaar.
D66 introduceert verder het Baas-over-eigen-bitsprincipe. Burgers krijgen zelf de regie over hun online-leven. Dat geldt ook voor de EU. ‘We moeten digitaal onafhankelijk worden, bijvoorbeeld in cloudinfrastructuur, apps en algoritmes.’
D66 wil een bewindspersoon voor Digitale zaken, waaronder technologie en innovatie, met een eigen begroting en een duidelijke regierol over de digitale infrastructuur en maatschappelijke innovatiedoelen. Die minister moet zorgen dat publieke sectoren minder afhankelijk worden van Amerikaanse en Chinese techbedrijven. Onder leiding van deze minister zet de overheid de toon bij aanbestedingen en contract-eisen van ict, vooral in belangrijke publieke sectoren. Die bewindspersoon moet een eigen mandaat en budget krijgen. Technologische vooruitgang in de samenleving staat daarbij voorop. Van deze minister worden een brede kijk en ook een langetermijnvisie verwacht.
Het D66-verkiezingsprogramma staat voor democratische grip en onafhankelijke controle op het digitale bestaan. Digitale autonomie is daarvoor cruciaal. Waar die autonomie nog niet bestaat, moeten sterke toezichthouders haar beschermen tegen de schadelijke effecten van de verdienmodellen van grote techbedrijven.
DFA
Ook is D66 vurig voorstander van de Digital Fairness Act (DFA), een aankomend wetsvoorstel van de Europese Commissie dat consumenten moet beschermen tegen manipulatieve digitale praktijken. Zo gaan ethische kaders verslavend design en misleidende interfaces tegen.
Verder pleit Borm voor een ai-gezant, een functionaris die de samenwerking met andere landen en organisaties bevordert rond ai-regulering, standaarden en ethiek. Ook beleidscoördinatie, stimulering van innovatie en bewaking van waarden liggen op het bord van deze persoon. Borm denkt een ai-gezant een strategische, diplomatieke en inhoudelijke rol toe. ‘Noem het een digitale ambassadeur voor verantwoorde ai.’
D66 wil dat Nederland koploper wordt in Europa op het gebied van waardengedreven en verantwoorde ai, met democratische grip en onafhankelijke controle. Amsterdam zou een Europese ai-hub moeten worden.
D66 wenst ook een andere aanpak van monopolies door een verschuiving van de bewijslast. Techbedrijven zullen zelf moeten aantonen dat ze geen monopoliegedrag vertonen en geen misbruik maken van marktposities met slechts een handjevol aanbieders. De handhaving wordt strenger. Leveranciers die keer op keer in de fout gaan, worden uitgesloten van aanbesteding.
Volgens D66 moet iedereen het auteursrecht krijgen over het eigen gezicht, lichaam en de eigen stem. Techbedrijven worden verplicht om nepbeelden binnen 24 uur te verwijderen. Sterker, sociale-mediaplatforms moeten meer doen om online-haatberichten te verwijderen. Iedereen moet zich bovendien veilig kunnen uitspreken, ook online.
En dan het probleem dat digitale technologie steeds meer kennis en inzicht vereist, wil de Tweede Kamer zijn controlerende taak goed kunnen uitvoeren? Borm: ‘Bij uitbreiding van het aantal Kamerleden naar 260 personen kunnen er meer digitale specialisten komen. Dan krijgt dit onderwerp de aandacht die het verdient.’