Het regionale initiatief Cloud of the North groeit hard, met inmiddels al 213 organisaties en interesse uit het hele land. Het onverwachte succes van de regionale cloud toont de behoefte aan soevereine cloud-services en biedt kansen om kapitaal in de regio te houden.
Het begon met een gedeelde onvrede van zes industriespecialisten, Jeroen Bos (van Bossers & Cnossen), Hans Gankema (European Digital Innovation Hub, Noord-Nederland), Peter Hager (Simplicate), Edwin Kuipers (AI Coalitie 4 NL), Ronald Stolk (Rijksuniversiteit Groningen) en Stef van der Ziel (Jet-Stream), over de afhankelijkheid van Amerikaanse big-tech-bedrijven en zorgen over databescherming.
Ze staken de koppen bij elkaar en begonnen Cloud of the North (CotN), een coöperatief initiatief voor digitale soevereiniteit in Noord-Nederland. Toen de initiatiefnemers over hun plannen begonnen te praten, klopten er spontaan andere ondernemers en organisaties uit het Noorden bij hen aan, vertelt Van der Ziel aan Computable. Het gedeelde gevoel was: ‘het voelt niet goed meer om het bij de Amerikanen neer te leggen, ik wil gewoon meer controle hebben: kunnen we dat niet met elkaar gaan doen?’
Daarbij speelt het financiële aspect een belangrijke rol. Van der Ziel: ‘We zijn immers ook ondernemers. We kwamen er al snel achter dat een heel klein clubje bij elkaar al zo’n zeven ton per maand uitgaf aan de Amerikaanse clouddiensten, en daar kan besparing worden gerealiseerd.’ Een online inventarisatie was de logische volgende stap, ‘want als je zo snel al zo veel omzet bij elkaar hebt met zo’n initiatief, hoe groot kan het dan worden?’ En sindsdien loopt het storm.
Cloud of the North startte met een gehoste Nextcloud-omgeving inclusief mailserver waarvoor binnen een maand zich ruim 100 gebruikers aanmeldden. Dankzij een Enterprise-licentie van Nextcloud kan CotN doorgroeien naar 500 accounts. Inmiddels zijn er meer dan 120 actief.
Community-driven cloud services
Bij het zestal hebben zich inmiddels al 213 partijen aangemeld. ‘Bedrijven, technici en juristen die willen meehelpen om het te bouwen, en afnemers die het liefst morgen al op de regionale cloud willen.’ De gemeenten Groningen en Leeuwarden, de RDW en het CJIB hebben ook allemaal interesse. De Rijksuniversiteit Groningen is al een stap verder gegaan en heeft gesteld dat ze in 2030 helemaal soeverein wil zijn. ‘Dat zijn mooie uitspraken die echt helpen. Het initiatief gaat van klein tot groot. Er zitten grote organisaties bij die serieuze bedragen overmaken, die heel concreet een vervanging zoeken voor Office of Gmail. Andere zijn wat complexer, maar de meesten hebben gewoon ergens wat virtuele machines draaien en willen die in feite gewoon oppakken en ergens anders neerzetten.’
Cloud of the North is uiteraard niet het enige initiatief in Europa. ‘Er zijn allerlei heel mooie academische initiatieven, heel slim bedacht met heel veel kennis, maar die komen niet van de grond omdat er geen ondernemerschap achter zit. En er zijn puur commerciële partijen die zeggen ‘Wij zijn een clouddienstprovider, kom maar bij ons.’ Dan ben je na die verhuizing wilswaar soeverein, maar wat brengt het je dan verder nog? Wij merken dat de markt iets zoekt dat tussen die twee in ligt. Men zoekt aansluiting bij een community die zoiets gezamenlijk wil doen, samen die kennis en ervaring delen. Het lijkt er dus op dat wij die gouden formule gevonden hebben: community-driven én gewoon een dienst draaien.’
Van 6 naar 200, met nieuwe uitdagingen
Naast de Nextcloud-omgveing had Cloud of the North al een soevereine clouddienst draaien voor media. ‘Video-hosting, live-streaming, radio op internet, dat hadden we al geregeld.’ Over de volgende fase wordt nog nagedacht. ‘We zitten met een aantal uitdagingen. Sommige partijen willen heel snel: gaan we dan zelf infrastructuur neerzetten en bouwen, of zoeken we een partij die dat al heeft en brengen we vraag en aanbod bij elkaar? Dat laatste kan namelijk heel vlug. Maar tegelijkertijd is er echt de behoefte om het in de regio neer te zetten.’
‘Dan is er nog de uitdaging van de organisatievorm’, vervolgt Van der Ziel. ‘We willen die community echt stimuleren. Als je op die manier vraag en aanbod bij elkaar weet te brengen, dan krijg je ook allerlei andere bedrijvigheid, rond migraties en andere specialisaties, en dat moet dan ook gefaciliteerd gaan worden. Tegelijkertijd moet de organisatie wel een entiteit worden, want een klant wil natuurlijk ergens een service level agreement en een contract kunnen afsluiten. Wij willen voorkomen dat die entiteit in handen valt van een partij die we niet in die community willen hebben. Er mag dus geen koper of investeerder komen die niet-Europees is, geen big tech.’
Het team is nu vooral bezig met die behoefte-inventarisatie en het ‘optuigen van een businesscase’. Het zal nog even duren voordat er echt een zware cloud staat waar grote partijen met tienduizenden gebruikers op kunnen. ‘We willen heel snel, maar we willen ook een goede organisatie opzetten. Het kan uiteindelijk best zo zijn dat we niet alles zelf bouwen, maar gaan samenwerken met OVHcloud, Leaseweb, StackIt, Hetzner of andere partijen, en kijken of die ons kunnen helpen om het snel te realiseren, het liefst hier in de regio.’
Kapitaal en kennis blijft in de regio
De groep gaat de universiteit vragen uit te zoeken hoeveel omzet er nu alleen al vanuit hun regio elke maand naar de Amerikaanse big tech gaat. ‘Ik denk dat je zal schrikken van het bedrag. Als je dat voor een groot deel weet om te buigen de regio in, dan levert dat zeker banen en economische spin-off op.’ En ook hogere belastingopbrengsten, maar dankzij de lage tarieven voor de big tech schuilt daarin ook een risico, volgens Van der Ziel. ‘Het lukt alleen als die regionale bedrijven in staat kunnen zijn om tegen die big tech te concurreren. Wat belastingen betreft moet het dan wel een level playing field worden.’
Vooruitblikkend ziet Van der Ziel nog meer mogelijkheden. ‘Er moet een hele nieuwe generatie systeembeheerders opgeleid gaan worden voor die nieuwe infrastructuur. Verder mis ik vooral platform-as-a-service-technologie. We zijn heel goed in het bouwen van saas op clouds, we zijn ook prima in staat om infrastructure-as-a-service op te zetten, zoals virtuele machines, opslag en netwerken die je zelf beheert, maar het gewoon even kunnen aanklikken van clouddiensten, waar ontwikkelaars snel en makkelijk hun eigen toepassingen kunnen bouwen, daar zijn we nog niet zo goed in. Die big-tech-bedrijven zijn juist daar heel goed in. Zij maken het ‘even aanklikken’ van databases, ai-modellen of applicaties extreem laagdrempelig. Op dat punt is kennisversterking nodig, dus ook daar is behoefte aan onderwijs, investeringen en ondernemerschap.’
Gelukkig is het ecosysteem in Noord-Nederland heel sterk. ‘We kennen elkaar allemaal heel goed, de ondernemers, de technici, de academici, de bestuurders. Gezamenlijke noodzaak brengt mensen bij elkaar.’ Daarom begint soevereiniteit in het Noorden.
Ook meedoen? Meld je hier aan.