Apple introduceerde begin 1983 de grafische gebruikersinterface met de Lisa-computer (officieel Local Integrated Software Architecture, maar officieus vernoemd naar de eerste dochter van Apple-president Steve Jobs).
Het bedrijf is echter de geschiedenis ingegaan met de begin 1984 gelanceerde Macintosh en diens grafische Mac OS. Die lichtere computer was eigenlijk het backup-plan van Jobs, die in 1979 door de directie uit het Lisa-ontwikkelteam was gegooid.
De krachtige Lisa was bedoeld voor de bedrijfsmarkt. Het kostte een stevige 9.995 dollar. Weinig bedrijven hadden dat er voor over. De komst van de aanzienlijk goedkopere Macintosh in 1984 schaadde de verkoop van de Lisa nog verder: Apple had toen 6500 Lisa’s verkocht.
De samen met de Mac gelanceerde Lisa2 (hier afgebeeld) had nieuwere hardware en was de helft goedkoper dan de oorspronkelijke Lisa. In januari 1985 is de zware Lisa2/10 nog omgedoopt tot Macintosh XL, inclusief emulatiesoftware voor het toen populaire Mac OS. Uiteindelijk trok Apple in augustus 1986 de stekker uit de Lisa-lijn. Er waren toen honderdduizend exemplaren verkocht, tegenover zeventigduizend Mac’s in de eerste drie maanden na de lancering.
Jasper Bakker