Beleggen is in. Tegenwoordig heeft ‘realtime’-informatie een onmisbare waarde -letterlijk uit te drukken in geld – voor de belegger. Om die gegevens via internet, mobiele telefoon of andere media bij de klant te krijgen, hebben banken veel automatisering nodig. Ict-directeur Bart van der Vlis van Bank Labouchere en beleggingssite Alex geeft een kijkje in de keuken.
Wat is het grootste probleem waar je tegen aanloopt?
"Schaalbaarheid. Dat is altijd het probleem; horizontale schaalbaarheid. Je wilt meegroeien met je klanten én dat kunnen beheren. Binnen een Windows-omgeving is dat niet makkelijk. Anderhalf jaar geleden hadden we acht Windows NT-servers, nu zitten we op tweehonderdvijftig. Ons uitbreidingstempo lag eerst op één nieuwe server per maand, nu is dat bijna vier per week. Echte wildgroei. Je bent ook continu bezig met het inkopen van opslag(systemen). Bovendien moet je alles dubbel uitvoeren, voor de ‘failover’. En dat moet allemaal beheerd worden, waarvoor je weer mensen moet zien te vinden. Dat bij elkaar drukt je time to market nogal."
En dat is je enige grote zorg?
"Oh nee. We hadden zelfs problemen met een verschil tussen de ontwikkelings- en de productiemachines. Bijvoorbeeld die keer dat we nieuwe software hadden voor de Microsoft Transaction Server. Dat ging na het ontwikkelen en testen naar de productie-omgeving en werkte toen niet. De oorzaak was helemaal niet duidelijk. Het hele systeem was immers een steeds grotere hoop spaghetti geworden! Je kunt het ook zien als een zak M&M’s die je op tafel leeggooit; vind daarin maar eens wat je wilt hebben terwijl alles moet blijven liggen! Dergelijke toestanden zie je overal, bij elk bedrijf."
Een bekend probleem, maar wat doe je daar aan?
"Ik ging dus op zoek naar een beheerbare omgeving die ook qua kosten valt te overzien. Ik wou gewoon af van deze wildgroei. En ik wil dat de ontwikkelings- en productiestraten gelijk zijn mét identieke componenten in die computers. We hadden namelijk een keer op vrijdagmiddag ineens dringend vier geheugenchips van 256 of 512 megabyte nodig. Tuurlijk, het is dat weekeinde wel gelukt, maar je wordt daar niet vrolijk van."
Biedt overstappen naar bijvoorbeeld een Unix-omgeving geen uitweg?
"Nee, Alex bestaat uit veel Delphi- en Com+-componenten die draaien op Windows NT/2000. We hebben er ook over gedacht om die software te vertalen naar een ander platform, maar dat is een hele grote desinvestering. Je verliest dan al het werk dat je reeds gedaan hebt.
We hebben hier ook wel Unix-machines staan. Een paar Solaris-servers van Sun Microsystems, die onder andere de beveiliging verzorgen, en ook nog wat AIX-machines van IBM. Daarop draait de Oracle-databank en enkele AIX-specifieke applicaties. Dat zijn onze drie hoofdplatformen: Solaris, AIX en Windows 2000. De Unix-systemen vormen de backend en het middensegment, de Windows-machines zijn de frontend. Van oudsher zijn we een echt Compaq-huis, wat de servers betreft. Toen de wildgroei letterlijk ruimtegebrek veroorzaakte, zijn we ook pizzadozen (ultradunne servers, gemonteerd in rekken – red.) gaan gebruiken, maar dat is alleen maar uitstel van het eigenlijke probleem. En je moet de boel dan nog steeds zien te beheren."
Welke uitweg heb je uiteindelijk gevonden?
"Eind april bezochten we een cmp-roadshow van Unisys (cmp= cellular multi-processor, zie kader). Die cmp-computers leken mij wel interessant en dus zei ik tegen Unisys: zet maar een machine neer, dan testen wij die. Unisys zei daarop: je bent gek, dit is een multi-miljoen-dollar-machine, die zetten we niet zomaar neer. Dus dat werd niks. Maar medio mei waren we begonnen aan een haalbaarheidsstudie naar opslagsystemen van EMC om onze continue aanschaf van opslagruimte in de hand te krijgen. Die studie moest eind juli afgerond zijn. EMC zou de kosten van dat onderzoek betalen, indien wij overgingen tot een bestelling. En die lui kennen Unisys weer en kregen er lucht van dat wij met die leverancier praatten. Ja, ze hadden folders zien rondslingeren."
En toen was alles in kannen en kruiken?
"Nee, eerst hadden we een tweede gesprek met Unisys. Bovendien stond de verhuizing naar ons nieuwe pand op stapel, en ik wil niet 250 servers verhuizen. Daar word je niet vrolijk van. We hebben toen afgesproken dat EMC en Unisys samen een ‘proof of concept’ zouden opstellen voor onze hele it-omgeving met uitzondering van Alex. Dat was half december klaar en viel positief uit. Dus gingen we over tot aanschaf van acht ES7000-machines; een deel daarvan staat al. Maar tussentijds waren wij ook weer doorgegroeid."
Is die groei de testopstelling niet voorbijgestreefd?
"Nee, dat hadden we erin meegenomen. De belasting van het testsysteem lag op ‘slechts’ 40 procent, terwijl we hadden gedacht dat het op 80 procent zou liggen. In de praktijk zal de huidige belasting waarschijnlijk op de 60 procent uitkomen. Dus er is nog ruimte. De groei van ons serverpark is van de afgelopen vijf jaar. En die is veroorzaakt door de groei van Labouchere en van Alex, natuurlijk. Je moet wel even afstand kunnen nemen, in plaats van alleen maar blind doorgaan. Alex draait bijvoorbeeld op vier webservers die elk twee processors hebben. Als je dat vervangt door één machine met acht processors ligt het prestatieniveau van het geheel hoger én is de schaalbaarheid veel groter. Wij hebben namelijk geen constante stroom gebruikers, maar pieken. Ook dat geldt voor elk bedrijf. Onze groei zit nu nog binnen de marge van de nieuwe systemen. Maar mijn mensen komen nu ook met nieuwe dingen om de extra capaciteit te benutten, wat eerst niet mogelijk was. Dat moet ik dus wat temperen, hoewel je creativiteit bij je it-afdeling wel nodig hebt."
Bank Labouchere
Bank Labouchere is één van de oudste banken in Nederland. "Niet één van de grootste, maar we zijn dan ook gespecialiseerd", zegt Bart van der Vlis. Labouchere richt zich met name op effecten en heeft daarvoor de bekende investeringssite Alex in het leven geroepen. "Wij zijn een dochter van Dexia en die staat weer in de top twintig van Europese banken. En Dexia behoort ook wereldwijd tot de grotere banken", aldus de ict-directeur. Hij is nu een jaar in dienst bij Labouchere en heeft daarvoor twintig jaar bij De Nederlandsche Bank gewerkt. "Daar hechten ze veel belang aan gedegenheid. Ik wil best gedegen zijn, maar ook snel. En dat zijn we hier."
CMP
Cellular Multiprocessing (cmp) is een door Unisys ontwikkelde technologie om meerdere processors en geheugenblokken binnen een server en een cluster aan elkaar te koppelen. Deze architectuur berust deels op ideeën en technologie uit de mainframewereld, waar Unisys zijn oorsprong heeft. CMP-systemen zijn op te delen in partities, die flexibel zijn te configureren en die elk een eigen besturingssysteem kunnen draaien. Het betreft Windows NT, opvolger Windows 2000, de zware Datacenter-variant daarvan en Unix. Windows-leverancier Microsoft ziet dit dan ook als een belangrijk steunpunt voor zijn opmars naar de bovenkant van de bedrijfsmarkt, waar Unix-systemen de boventoon voeren. Inmiddels hebben computerfabrikanten Compaq, Dell en Hewlett-Packard de cmp-technologie in gebruik genomen voor hun eigen datacenter-servers met Intel-processors.