Het Amerikaanse ministerie van Justitie en Microsoft hebben de afgelopen weken elkaars juridische strategie afgetast op weg naar het hoger beroep in de nog altijd lopende antitrust-zaak. Beide partijen hebben reeds een reeks lijvige documenten ingediend bij het hof dat het hoger beroep in deze zaak in behandeling heeft. De mondelinge betogen vinden plaats op 26 en 27 februari.
Eind vorige week gooide Microsoft het plotseling over een andere boeg. Het bedrijf baseert zijn verdediging nu op de door rechter Thomas Penfield Jackson bevonden feiten. Dit lijkt een open deur voor de verdediging van een verdachte in een rechtszaak, maar Microsoft hanteerde tot voor kort een strategie die voornamelijk bestond uit persoonlijke aanvallen op rechter Jackson en het door hem uitgesproken oordeel.
De districtsrechter, die het bedrijf tot monopolist heeft bestempeld, zou vooringenomen zijn en een antipathie jegens Microsoft koesteren. Op basis daarvan zou de veroordeling door de rechter dan ook niet gerechtvaardigd zijn. Justitie is de afgelopen weken druk bezig geweest het blazoen van Jackson te vrijwaren van deze beschuldigingen.
De jurist in kwestie bemoeilijkt dit echter. Hij heeft sinds het afsluiten van de eerste ronde in de antitrust-zaak openlijk kritiek en persoonlijk commentaar geuit op het proces en het aangeklaagde bedrijf. Microsoft grijpt dit aan als fundering voor de stelling dat Jackson bevooroordeeld is.
Inmiddels heeft de softwareleverancier zich ontdaan van een aantal privé-aanklachten die draaien om mogelijke monopolieprijzen voor besturingssysteem Windows. Een federale rechter in Baltimore heeft 38 van de 63 aanklachten niet ontvankelijk verklaard doordat de consumenten het omstreden product niet direct van Microsoft hadden gekocht. In staten waar deze indirecte aankoopregels niet gelden, lopen nog enkele tientallen zaken.
Optimisme
Bill Gates, tegenwoordig voorzitter en hoofd software-architect bij Microsoft, zegt nog altijd optimistisch te zijn over de uiteindelijke overwinning van zijn bedrijf in de antitrust-zaak. Dit ondanks de door rechter Jackson opgelegde opdeling in twee bedrijven die als een zwaard van Damocles boven platform- en applicatieleverancier Microsoft hangt. "Het Amerikaanse rechtssysteem heeft veel verschillende niveaus. Het is mogelijk op het laagste niveau een onverwachte uitspraak te krijgen die niet echt goed doordacht is", haalt Gates uit naar Jackson.
De topman, die vorige week door Europa toerde, verwacht dat de nieuwe Amerikaanse president Bush afstand zal houden van de zaak. "Wij zijn zeer optimistisch dat de controverse wordt opgelost door een uitspraak van dit beroepshof", aldus Gates op een persconferentie in Rome. "Wij verwachten een acceptabele uitslag in de komende drie tot vier maanden. Maar dat houdt geenszins betrokkenheid op politiek of regeringsniveau in."
Klein naar Bertelsmann
Voormalig hoofdaanklager van Justitie Joel Klein is sinds vorige week donderdag president van de Amerikaanse tak van het Duitse mediaconcern Bertelsmann. Antitrustexpert Klein fungeert ook als juridisch en e-handelsadviseur voor Bertelsmann-president Thomas Middelhoff. De verwachting is dat Klein de relatie tussen Bertelsmann en diverse overheden kan verbeteren. Het Duitse bedrijf probeert onder meer de Europese Unie gunstig te stemmen over de voorgenomen fusie van zijn muziekdivisie BMG met de Britse muziekuitgever EMI. De fusiegesprekken zijn opgeschort vanwege antitrust-bezwaren van de EU.
Witte Huis houdt zich afzijdig
De regering Bush wil de antitrust-zaak tegen Microsoft op zijn beloop laten. Lawrence Lindsey, hoofd economisch adviseur voor president Bush jr., zegt betrokkenheid bij de zaak te schuwen. Lindsey uitte tijdens de verkiezingscampagne vorig jaar straffe kritiek op het antitrust-beleid van de regering Clinton. In augustus omschreef hij de rechtszaak tegen Microsoft nog als "erg streng en radicaal". Bovendien heeft Lindsey vorig jaar ook gezegd dat een nieuwe Bush-regering "meer gevoelig zou zijn voor het respecteren van de privésector en de behoefte voor innovatie en winstgevendheid op de lange term".
Deze opmerkingen leidden toen tot wilde speculatie dat Bush, indien verkozen, zich indirect zou kunnen bemoeien met de zaak door bijvoorbeeld het budget van het ministerie van Justitie te herzien of door aan te dringen op een schikking. Lindsey bindt nu enigszins in. Hij zegt dat hij de zaak vorig jaar omschreef als ongebruikelijk doordat het aangeklaagde bedrijf zijn eigen marktniche heeft geschapen en daardoor geen ’trust’ is in traditionele zin. "Maar ik denk dat het geheel aan Justitie is om deze zaak te voeren."